Na vele jaren wordt het tijd voor een nieuwe voettocht met rugzak en tent door het prachtige gebied van de Hautes Fagnes in de Belgische Ardennen. Zoals in een eerder op deze wandelpagina gepubliceerd verhaal al is vermeld, vormen de Hautes Fagnes (op zijn Nederlands: Hoge Venen, op zijn Duits HohesVenn) ongetwijfeld het dichtst bij ons land liggende omvangrijke oerlandschap in noordwest Europa. Het gaat om een gebied van vele honderden vierkante kilometers ongerepte natuur, bestaande uit door beekdalen doorsneden verstilde wouden met daarin uitgestrekte moerassen.
Tijdens de eerdere voettocht door dit gebied bleven we aan de oostzijde van de autoweg Eupen – Malmedy, die dwars door de Hautes Fagnes voert. Nu gaan we het gebied ten westen van deze autoweg nader verkennen. Het wordt een vierdaagse rondtocht (in feite een ‘achtje’) van ongeveer 58 kilometer door en langs de moerassen – vaak over aantrekkelijke ‘knuppelpaadjes’ –, door uitgestrekte eenzame wouden, maar ook door landelijk gebied met een paar, temidden van groene weiden gelegen, dorpjes en gehuchten in de onmiddellijke omgeving van zeer fraaie beekdalletjes.
– Een van de vele knuppelpaadjes in de Hautes Fagnes –
Ons wandelgebied wordt doorkruist door twee GR’s: de GR 573 (Vesdre-Hoëgne-Helle) en de GR 15-Nord (Monschau-Martelange). Tijdens onze voettocht volgen we delen van beide sentiers. De laatste twee dagen lopen we gedeeltelijk een ‘eigen route’.
De start – én het eindpunt – van deze voettocht ligt bij de aloude herberg op de Baraque Michel, gelegen midden in het veengebied langs de autoweg van Eupen naar Malmedy, niet ver van het hoogste punt van België, het Signal de Botrange (694m). Langs de route van de GR 573 wandelen we naar het net buiten de bossen gelegen dorpje Hockai. Daar begint het prachtige pad langs het beekje de Hoëgne, dat deel uitmaakt van de GR 573. Het sentier van de GR 573 volgen we verder tot bij de kruising met de GR 15, in de buurt van het dorp Polleur. Vandaar gaat het over de GR 15 noordwaarts richting Eupen. Bij het fraaie stuwmeer van de Gileppe verlaten we de GR 15 om weer koers te zetten naar de Baraque Michel. Via de dorpen Jalhay en Moulin de Dison bereiken we via een eigen route opnieuw de venen. De laatste kilometers van deze voettocht staan weer geheel in het teken van bos en moeras.
Veel campings vind je niet in deze streek, al zijn er wel een paar. De avond van de tweede dag zou je desgewenst een camping kunnen aandoen. De overige avonden wordt het vrij kamperen op boerenweitjes. Tot twee keer toe kregen wij te maken met zeer gastvrije Waalse boeren met enige kennis van de Nederlandse taal! Dat kan dus ook nog!
– Deze mooie streek is ook bij ”midges” zeer geliefd –
Tijdens onze tocht worden we onverwachts geconfronteerd met een door ons niet eerder ervaren fenomeen: ‘midges’, oftewel hele kleine insectjes die vooral ook in Schotland bekend – of beter gezegd ‘berucht’ – zijn. In het Frans heten die beestjes ‘mouchettes’, in het Nederlands ‘knutten’ en in het Latijn ‘Ceratopogonidae’. De naam is echter minder belangrijk dan de gevolgen van een ontmoeting met deze lichtbruine mini-insecten, die niet veel groter zijn dan twee millimeter. De midges houden van vochtige streken en dat zijn de Hautes Fagnes! Vooral in de vroege zomermaanden (juni/juli) kunnen deze beestjes een ware plaag zijn, vooral als het niet waait en het warm-vochtig weer is. Ze ruiken de bezwete wandelaar van verre en wachten tot je net je tent hebt opgezet. Dan vallen ze met honderden, om niet te zeggen duizenden, tegelijk aan en strijken neer op blote lichaamsdelen, in je haar en in je eten! De vrouwelijke midges kunnen behoorlijk steken en dat doen ze dan ook. In feite zuigen ze je bloed op. In het begin lijkt het erop dat ze alleen maar hinderlijk massaal over je huid wandelen, maar de volgende ochtend weet je beter! Dagenlang durende jeuk en ontelbare rode vlekjes op de huid zijn het onaangename gevolg van deze vrouwelijke bloedzuigerij. Volgens kenners zijn de midges vooral ’s ochtends en ’s avonds actief en vertonen ze zich zelden in volle zon. Er is eigenlijk geen afdoende remedie tegen een aanval van midges. Jezelf zoveel mogelijk bedekken, DEET of iets dergelijks gebruiken, de tent goed afsluiten, op een winderige plaats kamperen, al wandelend eten (de midges zijn tamelijk ‘smakeloos’!) en vroeg naar bed; dat is het eigenlijk zo’n beetje. Tijdens onze tocht hebben we, gelukkig, alleen bij het dorpje Hockai een aanval van midges te verduren gehad, maar we praten er nóg over!
– Wandelen langs de rand van het Grande Fagne –
Ons wandelgebied is terug te vinden op de nieuwe topografische kaarten van België op 1:20.000-schaal. Jammer genoeg staan de GR’s hier niet op ingetekend. Handiger in gebruik is daarom de Carte de promenades ‘Hautes Fagnes’ – schaal 1:25.000 – van het Nationaal Geografisch Instituut. Niet alleen de GR’s, maar ook lokale wandelingen staan hierop – in groen – ingetekend. Het verdient aanbeveling om naast deze stafkaarten ook de bekende Grote Route topoguides van beide sentiers mee te nemen. Het is buitengewoon handig als je in dit grote natuurgebied ook goed met stafkaarten kunt omgaan. Verdwalen is in de Hautes Fagnes zo gebeurd!
In de bossen en moerassen van de Hautes Fagnes zijn niet of nauwelijks horecabedrijven of woningen aanwezig waar je drinkwater kunt tappen. Zorg dus steeds voor voldoende drinkwater in je bagage.
De kwaliteit van de paden op deze voettocht is over het algemeen prima. Het aantal strekkende meters asfalt blijft over het algemeen binnen de perken, al mocht het hier en daar wel wat minder. Gelukkig zijn er veel onverharde paden, soms wel wat stenig, maar regelmatig ook comfortabel zacht. Opvallend is dat in de wouden van de Hautes Fagnes hier en daar asfaltweggetjes voorkomen. Voorzover wij weten is gewoon autoverkeer daar niet toegestaan. Het heeft ongetwijfeld te maken met het noodzakelijke (auto)verkeer van boswerkers e.d. Sowieso zie je maar af en toe een auto in het bos.
Hoogtepunten van deze voettocht zijn zonder meer de knuppelpaden door de moerassen, het woeste dal van het beekje de Hoëgne en de Barrage de la Gileppe. Maar ook de uitgestrekte wouden in het Hautes Fagnes gebied, waar je je vaak alleen op de wereld waant, zijn zeer indrukwekkend te noemen.
Dag 1: Van Baraque Michel naar Hockai (11 km)
De eventueel meegebrachte auto kun je prima, en klaarblijkelijk ook wel veilig, parkeren naast de genoemde herberg op de Baraque Michel (675m), die nog steeds wordt gedreven door nazaten van de stichter Michel Schmitz, die het eerste onderkomen aldaar bouwde in 1811 (!). Om op het nabije parcours van de GR 573 te komen wandel je eerst naar de naast de herberg gelegen grijze Chapelle Fischbach uit 1830, opgericht ter ere van Onze-Lieve-Vrouwe-van-de-Nood. Dat kun je hebben in dit gebied! Bij de kapel begint een knuppelpad door de venen, maar dat pad bewaar je voor de laatste wandeldag. Onze route gaat bij de kapel naar links richting het Fagne de Polleur, dat een stukje verderop ligt. Het ronde, enigszins ‘schuin’ liggende Fagne is niet zo groot, maar wel indrukwekkend. Hier krijg je, naar rechts gaand, je eerste knuppelpad onder de voeten. Het is allemaal keurig aangelegd, maar je bevindt je dan ook op een officieel ‘Naturlehrpfad’. Verschillende borden geven je goede informatie over het gebied waarin je je bevindt.
– Knuppelpad in het Fagne de Polleur –
Een dreigend onweer in het westen maakt dat wij er de pas inzetten, want onweer op een nagenoeg kale moerasvlakte, dat wil je niet mee maken. Al snel is er het kruispunt met de GR 573, die van de Botrange afkomt, en je volgt het vlonderrijke sentier naar rechts. Het Fagne vernauwt zich tot een smallere strook met een steile helling aan de linkerzijde en er is al meer welkome begroeiing langs het allengs smaller wordende knuppelpad. Aan het einde van deze strook bevindt zich de Pont de Bèleu mét schuilhut. Gelukkig blijft het onweer nog uit de buurt.
De bekende rood-witte GR-strepen volgend – de GR 573 wordt in het terrein over het algemeen zeer goed aangegeven! – kom je terecht in de uitgestrekte en imposante wouden van de Hautes Fagnes. De koers is vrij eenvoudig: steeds maar rechtdoor over brede, weinig geaccidenteerde bospaden – vroeger het traject van een oude spoorlijn –, waar het wild zich, een enkel hert daargelaten, voor ons verborgen houdt. Af en toe krijg je naar rechts toe een mooi ‘vergezicht’ over het woud met zijn eindeloze rechte brandgangen, karakteristiek voor dit gebied.
– Dreigend onweer boven het woud van de Hautes Fagnes –
Net als we denken van het onweer af te zijn, blijkt een andere onweersbui ons van achteren, vanuit het oosten, genaderd te zijn. Hockai is in de buurt, maar toch nog te ver. Gelukkig kan er redelijk goed worden geschuild onder hoge en brede loofbomen. Ons wandelpad verandert in een ommezien in een nieuw dartel beekje.
Nadat het droog geworden is, wandelen we naar het dorp om daar het voltooien van de eerste etappe en het zonder schade doorstaan van de heftige onweersbui te vieren in het plaatselijke café, uiteraard in de buurt van de kerk. Wanneer het tijd wordt voor het eerste kamp, wandelen we terug naar het GR-sentier, dat we in noordelijke richting volgen. Iets buiten het dorp vinden we langs het pad een pas gemaaid weitje zonder toegangsversperring. Achteraf weten we dat talrijk en onaangenaam vrouwelijk gezelschap ons daar aan het opwachten was. Overigens is in Hockai een natuurvriendenhuis (Auberge des Amis de la Nature), maar dit huis is niet altijd geopend.
– Het ”midges-kamp” te Hockai in de ochtendnevel –
Dag 2: Van Hockai naar Royompré (18 km)
De tweede dag vervolg je je tocht over de GR 573. Al vrij snel kom je uit bij de Pont du Centenaire, een pittoresk bruggetje over het beekje de Hoëgne, gebouwd in 1930 bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan van België, vandaar de naam. Hier begint de oude langgerekte bosweg ‘La Vecquée’ die naar de Chapelle Fischbach leidt. De GR gaat echter over de brug naar links onder een poortje door dat het begin van het ongerepte en woeste bosrijke dal van de Hoëgne aanduidt. Alleen voetgangers kunnen hier komen en dan nog wel met behulp van vlonderpaadjes die hier en daar lastige passages overbruggen. De beekbedding is gevuld met vaak hele grote keien en het verval mag er zijn, waardoor je vele leuke watervalletjes – ‘cascatelles’ – kunt bekijken. Natuurlijk is dit pad ook een toeristische trekpleister van regionaal formaat, dus allicht ontmoet je, vooral in het weekend, ook andere wandelaars. Een enkele keer moet je van oever wisselen over boomstambruggetjes en het is zeker de moeite waard om af en toe ook eens achterom te kijken naar de Hoëgne, die je achterna snelt. Kortom … zonder meer een schitterend parcours!
– Het prachtige beekdal van de Hoëgne –
Bij de Pont de Belle Hé (Belleheid) eindigt het prachtige pad en verlaat je voorlopig het dal van de Hoëgne. Je treft hier aan de overkant van de beek twee café’s aan voor een welkome koffiepauze. Je moet hier wel even opletten, want de GR 573 splitst zich op dit punt in tweeën. Langs de café’s vertrekt een ‘variante du sentier’ en op de oever waar je zojuist vandaan kwam gaat het ‘echte’ sentier omhoog de heuvel op in de richting van het dorpje Solwaster. Nabij enige huizen bereik je op de hoogvlakte een asfaltweggetje, dat je naar rechts toe volgt; Solwaster laat je links liggen. Ter plaatse tref je een nieuw aangelegde, comfortabele picknickplaats aan waar je je lunch zou kunnen gebruiken.
De GR gaat iets verderop opnieuw een bos in, waar je stuit op een merkwaardige grote platte steen. Het zou hier gaan om een ‘dolmen’ uit de oude tijd, een Keltische offersteen in dit geval. Ach ja … grappig steentje wel! In het bos links aanhoudend ga je langzaamaan naar beneden een leuk beekdalletje in. Op de dalbodem aangekomen krijg je een mooi uitzicht op de hoge rotswand van de Rochers de Bilisse, die tegen de omringende bomen lijkt aangeplakt. Vóór de rotsen langs klimt het GR 573-sentier steil omhoog met hier en daar trappetjes. Je kunt bovenop de rotsen komen, hetgeen niet zonder gevaar is, en het uitzicht valt bovendien een beetje tegen.
– De rotswand van de Rochers de Bilisse –
Dan volgt een aangenaam bosrijk traject in de richting van het volgende dorpje op je parcours: Charneux. Onderweg kruis je nog een asfaltweg, aan de kant waarvan je niet alleen een flink woonhuis aantreft, maar ook een merkwaardige grote boom met zeven stammen: ‘Les Sept Frères’. De asfaltweg wordt schuin naar links overgestoken en je daalt opnieuw af in een bebost beekdalletje. Vervolgens klim je aan de andere zijde weer omhoog en dan volgt een interessante passage van verschillende weitjes achter elkaar die door middel van houten klappoortjes of klimhekjes voor wandelaars met elkaar zijn verbonden. Attentie voor je dure rugzak hier! De dorpskom van het aardige, hooggelegen dorpje Charneux is nu vlakbij en je treft hier om de hoek zowaar een café/gîte à la campagne aan met de naam l’Hertogenwald. De uitbaters zijn bijzonder vriendelijk en je kunt hier ook met gezelschappen logeren.
– Rustpauze bij de Sept Frères boom –
De GR 573 nog immer volgend daal je op den duur weer af in het dal van de Hoëgne. Je stuit op een groepskampeerterrein met aanpalende boerderij in het gehucht Royompré, waar de bijzonder vriendelijke boer je graag zijn melkstal laat zien en je voor een luttel bedrag van € 2,- p.p. een weitje in bruikleen geeft voor de komende nacht. Voor het eerst in onze wandelcarrière dat we bij een boer betalen, maar we malen er niet echt om. Liefhebbers van campings lopen een weinig door en vinden daar, in het Hoëgne-dal een kleine camping. Of daar ook horeca-voorzieningen zijn is ons niet bekend. Voor de goede orde zij vermeld dat je, om de boerderij in Royompré te bereiken, even van het officiële pad af moet. Dat hindert niks, want iets voorbij de genoemde camping vind je de GR 573 weer terug.
Dag 3: Van Royompré naar Moulin de Dison (18 km)
Van je kampterrein wandel je westwaarts tot je een wat drukkere autoweg bereikt. Daar sla je rechtsaf en je hebt de camping onmiddellijk aan je linkerhand. Je blijft nog heel even op de autoweg en in een bocht naar rechts vind je de GR weer, die je naar links volgt. Je bent hier in een aardig gehucht met de naam Ancien Moulin de Jalhay. De GR in een scherpe bocht naar rechts volgend wandel je opnieuw vlak langs het beekje de Hoëgne. Je steekt de beek twee keer achter elkaar over en je bereikt na korte tijd het kruispunt van de GR 573 met de GR 15. De plek heet hier Trou Colas, maar dat wordt in het veld niet duidelijk aangegeven. Evenmin is het onmiddellijk duidelijk dat je hier op een belangrijke GR-kruising bent. Wel staan er wat groot uitgevallen rood-witte strepen (niet de vertrouwde kleine strepen) op bomen die de indruk zouden kunnen wekken dat je op dit punt rechtsaf moet, een flink stijgend bospad op. En dat is ook zo.
Door het mooie, beboste beekdal van de Ruisseau du Trou Colas klim je naar boven en je bereikt na enige tijd open weidelandschap op de hoogvlakte. Daar gaat het weer scherp rechtsaf en je krijgt naar links toe aardige vergezichten op het golvende Ardeense landschap. Over een klimmende veldweg betreed je opnieuw een bos en je arriveert spoedig op een punt, niet al te opvallend gemarkeerd met het wegkruis van Petit-Jean. Daar ga je rechtsaf en volgt het pad, dat al gauw weer door open weiden voert en langs een zendmast, tot op de drukke asfaltweg bij het gehucht Vervierfontaine. Aan je rechterhand zie je op korte afstand een welkome horeca-inrichting. Linksaf schijnt eveneens een brasserie te zijn, maar duidelijk zichtbaar is die niet.
– Visvijver in het dal van de Ruisseau de la Borchêne –
Vervolgens kronkelt de GR 15 om het dorpje heen op weg naar de uitlopers van het immense Hertogenwald. Zeker als het mooi weer is, is het hier aangenaam wandelen met mooie uitzichten op de omringende golvende weiden en de nabije bosrand. De GR 15 daalt uiteindelijk af in het dal van de beek Ruisseau de la Borchêne in het Hertogenwald. Je volgt het pad, dat prettig door de fraaie, zwaar beboste beekvallei slingert, richting het stuwmeer van La Gileppe. Als je op de rechteroever een autoweg dichterbij hoort komen, dien je bij een betonnen barrage van een grote visvijver rechtsaf te gaan. Je komt dan bij een restaurant uit op de genoemde autoweg die je oversteekt. Aan de overzijde beklimt de GR 15 door het bos de vrij steile heuvel in de richting van de Barrage de La Gileppe. Toch nog plotseling sta je bij een eerste point de vue, vanwaar je al een prachtig uitzicht heb op het stuwmeer en op de stuwdam, waarop nog steeds een imposante, ruim 13 meter hoge, stenen leeuw uitrust. Nog mooier wordt het uitzicht vanuit de nabijgelegen hoge Tour panoramique, waar je, gratis en wel, met een lift naar boven kunt naar een panoramaterras annex eetcafé. Aan de voet van de toren kun je overigens ook wat drinken op een terras. Natuurlijk vind je overal informatieborden, waarop je uitleg krijgt over de stuwdam en het stuwmeer dat eind jaren zestig vorige eeuw nog belangrijk is vergroot. Al met al een schitterende omgeving!
– De prachtige omgeving van de Barrage de La Gileppe –
Na de bezichting van het stuwdamterrein wordt het tijd om verder te gaan, vanaf hier over een zelf gekozen route. Je start bij de aangegeven rondwandeling rond het stuwmeer, rechts van de panoramatoren. Twee kleine teleurstellingen: de route is geasfalteerd – mogelijk vanwege werkverkeer – en het verwachte uitzicht op het meer verdwijnt achter het dichte bladerdek van de omringende bomen. Het langzaam stijgende geasfalteerde ‘wandelpad’ komt uiteindelijk uit op de autoweg van Gileppe naar het dorp Jalhay. Deze weg volg je naar links en je passeert na korte tijd de Camping de la Gileppe. Wil je morgen tijdig bij de auto zijn, dan is het opzetten van je tent op deze camping eigenlijk aan de vroege kant. Ons einddoel voor vandaag is het dorpje Moulin de Chison, aan de rand van de Hautes Fagnes. Een poging om dit dorpje te bereiken via de, helaas geasfalteerde, route door het dorpje Herbiester en langs het Chateau Sagehomme mislukt, omdat de bossen tussen het kasteel en Moulin de Chison privé-terrein blijken te zijn, afgezet met hekken. Dat kan je overkomen als je als wandelaar eens een keer je eigen pad uitkiest! Dit soort zaken zou op stafkaarten beter aangegeven moeten worden.
Dit wetende is het daarom beter als je een andere route volgt. Na de zojuist genoemde camping arriveer je op een kruispunt, waar je links naar Herbiester moet gaan. Volgens de stafkaart begint 200 meter verderop een veldweg richting Sur les Monts en vandaar naar de bebouwde kom van het dorp Jalhay. Uiteindelijk kom je uit op de drukke autoweg N672 die je naar links volgt tot de afslag naar Herbiester. Daar ga je rechtsaf richting het dorpje Charneux, waar je gisteren ook al bent geweest. Aan je linkerhand verschijnt een ijssalon, waar men echt heerlijke ijsjes verkoopt! Op de eerstvolgende belangrijke kruising – bij Le Fawetay – volg je, linksaf gaand, het asfaltweggetje naar Moulin de Dison. Helaas is het in deze contreien weer allemaal asfalt, maar druk is het gelukkig niet en de grasbermen bieden soms uitkomst voor het verlangen naar meer comfortabel wandelen. Bij de bosrand aangekomen duik je, linksaf, het bos in, waarmee je de route naar het dorpje een beetje verkort.
– Het dorpje Moulin de Dison aan de rand van de Hautes Fagnes –
Bij de door het dorp voerende weg aangekomen ga je naar links en je steekt een beekje over. Aldaar bevindt zich aan je linkerhand – in een beboste dalkom achter een hek – een aantrekkelijk kampeerweitje. De bijbehorende, zeer behulpzame, boer woont iets verderop aan de rechterkant van de weg, waar je een gîte rural aantreft, eigendom van de boer. Mogelijk staat zijn tractor op het oprijpad, alwaar zich ook een buitenkraan bevindt. Gelukkig werden wij op ons kampterrein, zo dicht tegen de venen aan, niet nóg een keer opgewacht door talloze gulzige midges; de enkele exemplaren die wij waarnamen, waren mogelijk van het mannelijk geslacht. Over een café beschikt het dorp niet. Daarom is het wellicht een goed idee om – als je daar tenminste behoefte aan hebt – bier, wijn e.d. in Jalhay te kopen en deze boodschappen de laatste kilometers mee te dragen naar je kamp. Met whiskey heb je dit soort problemen niet. Whiskey wordt door ons altijd permament in de rugzak meegedragen. We blijven tenslotte wel ‘gezelligheidslopers’.
– Kamp 3 in het dorpje Moulin de Dison –
Dag 4: Van Moulin de Dison naar Baraque Michel (11 km)
De laatste dag van je voettocht – met als eindbestemming de Baraque Michel – volg je weer een zelf gekozen route. Met de genoemde 1:25.000 wandelkaart van de Hautes Fagnes in de hand mag dat geen probleem zijn, omdat op die kaart ook – groen ingekleurde – lokale wandelingen staan aangegeven, zodat de onaangename verrassing van afgesloten privéterrein je bespaard blijft.
We oriënteren ons op het kleine oorlogsmonument Monument Américain aan de rand van het Grande Fagne. Om daar te komen verlaten we ons kampterrein langs het huis van de boer in zuidelijke richting over de asfaltweg. Daar waar deze weg een haakse bocht naar rechts maakt steken we een beekje over en gaan linksaf, eveneens haaks, het bos in. Dit pad komt uit op een groen ingetekende lokale wandeling, tevens het parcours van de GR 573; je bent hier eergisteren ook al geweest. Wij hadden gepland de GR 573 een korte tijd te volgen tot aan de top van de ons inmiddels bekende Rochers de Bilisse om vandaar over een ‘groen pad’ rechtdoor te gaan tot op een duidelijke T-splitsing in het bos – ten noordoosten van de op de kaart aangegeven Cascade des Nûtons (een soort Waalse dwergen) – waar zich een houten (scouting?)hut bevindt, luisterend naar de naam Cabane des Nûtons. Maar tijdens het onderweg praten met elkaar maak je door onoplettendheid wel eens een navigatiefout en bleken we bij een beekdal ten zuiden van de eenzaam liggende boerderij Ferme Grosfils uit te komen. Op zich niet zo erg, want na het ‘doodlopen’ van ons rechttoe rechtaan pad op zompige paden of brandgangen konden wij – met enige avontuurlijk ‘ongemak’ – alsnog op een T-splitsing uitkomen met een ‘normaal’, noord-zuid georiënteerd wandelpad, dat, in zuidelijke richting, eveneens uitkomt bij de Cabane des Nûtons.
Afhankelijk van waar je vandaan komt wandel je bij de cabane rechtdoor of ga je rechtsaf totdat je op een driesprong terecht komt.
– Het avontuurlijke pad langs de Ruisseau de Statte –
Het verdient aanbeveling hier naar rechts te gaan en na het oversteken van een beekje – de Ruisseau de Statte – weer naar links om enige tijd een klein paadje langs dat beekje te gaan volgen. Er staan langs dit bijzonder pittoreske en avontuurlijke pad tekens van een lokale wandeling. Uiteindelijk kom je opnieuw uit op een driesprong met een geasfalteerd bosweggetje, waar je linksaf gaat. Langzaam stijgt het pad en na een knik naar links loop je recht op het Monument Américain af. Een propellor en een gedenksteen geven aan dat hier in de buurt vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog een Amerikaans oorlogsvliegtuig is neergestort, waarbij de bemanning is omgekomen.
– Het Monument Américan aan de rand van het Grande Fagne –
Je bent hier ook aangekomen aan de rand van het enorme Grande Fagne, dat niet toegankelijk is voor wandelaars (zone C). Gelukkig kun je wel, in de richting van de Baraque Michel, langs de rand van het indrukwekkende moeras lopen over het parcours van een lokale wandeling. Daar waar dit smalle, soms modderachtige, maar steeds aantrekkelijke paadje, voor de tweede maal een duidelijke bocht naar links maakt – de plek hier heet Sarts Lurô – ga je rechtdoor een brede grasbaan op, waar je een enorme zwerfkei aantreft met gedenkfunctie. Iets verderop bereik je het al eerder genoemde langgerekte bospad La Vecquée, waar je naar links gaat. Aan je rechterhand verschijnt in de berm al snel het kleine Croix des Fiancés, opgericht op de plek waar lange tijd geleden een verloofd paar, dat in de venen was verdwaald, de dood vond. De mannelijke verloofde noteerde op een briefje dat hij op het kleed van zijn verloofde had gespeld: “Maria is zo-even gestorven en dat ga ik nu ook doen”.
– Het Croix des Fiancés –
Dit alles in gedachte houdend loop je verder rechtdoor en je bereikt al snel het laatste knuppelpad van deze voettocht, dat je – dwars door het uitgestrekte Grande Fagne – bij de Chapelle Fischbach en bij de Baraque Michel brengt.
– Het laatste knuppelpad door het Grande Fagne –
Het ligt voor de hand om deze fraaie tocht door de westelijke Hautes Fagnes ‘in stijl’ af te sluiten met een borrel, of misschien zelfs wel een maaltijd, in de herberg op de Baraque Michel.
– – –
(copyright: JWE van de Poel)
Beste Sjef van der Poel,
Per toeval kwam ik op je site, deze is verrukkelijk om te lezen. En dat heb ik al gedaan met de wandeling op de Hoge Venen en in het Noorden van Luxemburg.
Na al dit lezen vroeg ik mij af of jullie ook een gpx route hebben van de wandelingen, en/of deze ter beschikking kan worden gesteld, al is het alleen al om te begrijpen waar jullie hebben gelopen, een beetje kan ik mij dat wel indenken, maar bijvoorbeeld, daar waar de resten liggen van de vliegtuig in Noord Luxemburg dat zou ik wel willen weten. Op je fantaschtische site vind ik geen link naar de GPX-routes helaas. Laat mij iets weten a.u.b.. Indien niet dan heb ik daar natuurlijk ook begrip voor.
Ik heb geen website, mijn wandelingen staan in http://www.afstandmeten.nl , zoek daar naar jacques theunissen dan zou je er meer dan 400 moeten vinden.
Beste Jacques,
Hartelijk dank voor je positieve reactie op mijn wandelwebsite. Ik ben nog een beetje ouderwets, dus ik maak geen gebruik van gpx-routes of hoe dat dan ook mag heten. Mijn zoon neemt tegenwoordig wel een GPS-navigatieinstrument mee. Best handig, is ons inmiddels gebleken. Maar in het algemeen volgen wij gewoon bestaande en in het veld aangegeven langeafstandwandelpaden of sentiers. Wel zo handig, omdat je dan onderweg meestal niet op problemen stuit wat betreft blokkades van paden, verboden particuliere terreinen en dergelijke. Als je mijn beschrijvingen goed leest met een stafkaart erbij kun je, naar mijn mening, de meeste interessante ‘objecten’, zoals dat vliegtuigwrak in Noord-Luxemburg (bij Maulusmühle!) gemakkelijk vinden.
Ik ga graag de website afstandmeten.nl eens bezoeken. Ik laat je weten wat ik ervan vind.
Hartelijke wandelgroet,
Sjef van de Poel