Waddeneilanden

Op de Nederlandse waddeneilanden wordt heel wat afgewandeld. De fraaie natuur van zee, stranden, zandplaten, bossen, weiden, kwelders en schorren staat borg voor veel afwisseling en wordt elk jaar weer door vele toeristen, dagjesmensen, vogelaars en andere natuurminnaars bezocht. Daarnaast zijn natuurlijk ook de leuke kleine dorpjes op de eilanden een bezoek meer dan waard.
Staatsbosbeheer heeft op de eilanden een aantal rondwandelingen uitgezet, waar je kennis maakt met de mooiste plekjes. De waddeneilanden worden niet aangedaan door een officieel langeafstandwandelpad. Kennelijk vormen de zeegaten tussen de eilanden een te grote belemmering om zo’n pad te ontwerpen. Alleen op het eiland Texel vind je een 76 kilometer lang wandelpad van het Nivon – het Texelpad – waarop je op zich al een lang wandelweekend kunt doorbrengen. Maar dit pad blijf uiteraard op Texel. Aangezien de eilanden Terschelling, Vlieland en Texel onderling door veerdiensten met elkander verbonden zijn, is het toch mogelijk – in ieder geval in het seizoen, zo tussen eind april en eind september – een meerdaagse voettocht over de genoemde drie eilanden te maken. Op Texel kun je daarbij gebruik maken van het Texelpad. Op Vlieland en Terschelling zul je zelf een route moeten bedenken. De genoemde staatsbosbeheerwandelingen kunnen je daarbij behulpzaam zijn. Overigens vaart de boot tussen Vlieland en Texel alleen bij goed weer, dat wil zeggen tot en met windkracht 6 Beaufort. Een onzekere factor om rekening mee te houden !

– Veerdienst tussen Vlieland en Texel –

Deze voettocht start in Oosterend, het ‘laatste’ dorpje op Terschelling. Vandaar wandel je door de duinen, langs het strand, door binnenduinen en door het centrale weidegebied naar het dorp West-Terschelling, op het eiland kortweg ‘West’ geheten. De tweede dag wandel je nog een klein mooi stukje op Terschelling, waarna je naar Vlieland vaart. De rest van de dag blijf je op Vlieland en wandel je van het dorp Oost-Vlieland door de duinen en langs de waddenkust naar de enorme zandplaat de Vliehors. Op dit bekende militaire oefenterrein, waar de F16-piloten leren schieten, kun je in het weekeinde vrij wandelen. Je kunt hier ook veilig kamperen, al is dat officieel niet toegestaan.

– De uitgestrekte Vliehors is een uniek en imponerend wandelgebied –

In de ochtend van de derde dag vaar je naar Texel. Deze dag en de laatste dag van je tocht volg je globaal de route van het Texelpad. Aldus bereik je, hoofdzakelijk door duingebied en onder meer langs het fraaie natuurgebied ‘De Slufter’, de badplaats De Koog. Daarna gaat het door aantrekkelijk weidegebied naar Den Burg, het hoofddorp van Texel. Dan volgen nog Oudeschild en ’t Horntje, de veerhaven van Texel, waar je overvaart naar Den Helder, de eindbestemming van deze voettocht.

Vanuit een groot deel van Nederland is het prachtige Friese havenstadje Harlingen ’s ochtends op een zodanig tijdstip per openbaar vervoer (trein/bus) te bereiken dat je de enige echte en dus ‘langzame’ veerboot naar Terschelling tijdig kunt halen. Tussen Alkmaar en Harlingen rijdt een interlinerbus, die je pal voor de veerterminal afzet. Op Terschelling stap je opnieuw in een bus, die je snel in het 13 kilometer verderop gelegen Oosterend brengt. Kort na het middaguur kun je dus je voettocht starten. Alle genoemde openbaar vervoerverbindingen met de bijbehorende actuele dienstregelingen zijn eenvoudig op het internet terug te vinden.

Op de eilanden Terschelling en Texel zijn meer dan voldoende grote en kleine campings, waar je legaal kunt kamperen. Vlieland beschikt slechts over twee campings die voor de langeafstandwandelaar, die ’s ochtends vroeg op het zuidelijkste puntje van de Vliehors moet zijn, niet gunstig liggen. Wil je perse legaal kamperen, dan kan dat op het staatsbosbeheerkampeerterrein Langepaal. De tocht over de Vliehors zul je dan echter – vanwege de tijd – per ‘Vliehors Expres´ moeten maken. Dat is een speciaal ontworpen vrachtauto, die je van café-restaurant ‘Het Posthuys’ naar de steiger van de boot naar Texel brengt.

De meeste voetpaden op de eilanden zijn goed beloopbaar. Zelfs op ruiterpaden – aangegeven met witte paaltjes – valt in het algemeen goed te lopen. Opvallend is wel dat sommige wandel- of ruiterpaden worden bedekt met een laag gemaaid gras. Een echte inbreuk op het loopcomfort is dat echter niet; meestal is het zelfs prettig wandelen. Het zand van de Vliehors is redelijk hard, al zijn er ook zachtere plekken. Vanwege de enorme omvang van deze zandplaat kan de oriëntatie enige problemen geven. Een verrekijker is hier geen onnodig attribuut. En bij slecht zicht is een kompas ook nuttig.

Van het Texelpad bestaat een door het Nivon uitgegeven, zeer informatieve topogids met veel foto’s en kaartuitsneden in kleur, schaal 1:25.000. De route is op deze kaartjes ingetekend. Wat betreft landkaarten loop je het best op de eilandkaarten ‘Welkom bij de boswachter’ van Staatsbosbeheer in de schalen 1:25.000 (Vlieland en Texel) en 1:30.000 (Terschelling). Ze zijn weliswaar minder gedetailleerd dan echte stafkaarten, maar vrijwel alle belangrijke objecten waar je langs komt staan erop, en alle staatsbosbeheerwandelingen zijn op deze kaarten zichtbaar gemaakt. Van elk waddeneiland is zo’n kaart verkrijgbaar.

– Aankomst met de veerboot op Terschelling –

Dag 1: Van Oosterend naar West-Terschelling (19 km)

Vanaf de bushalte loop je een kort stukje in noordelijke richting tot je aan je linkerhand een café ziet. Daar sla je linksaf, waarna je vrij snel op het fietspad van West-Terschelling naar het natuurgebied De Boschplaat belandt. Je volgt dit fietspad naar links. Aan je rechterhand passeer je na enige honderden meters het uitzichtpunt Kaapsduin, waar je van een prachtig uitzicht kunt genieten op dit gedeelte van Terschelling. Je ziet niet alleen de wijde Waddenzee en de Noordzee, maar in de verte ook de vuurtoren van het eiland Ameland.
Na het uitzichtpunt Kaapsduin neem je het eerste duinpad naar rechts richting de Noordzee. Nadat je het heideveld Douwkesplak hebt gepasseerd zie je in de verte de kale zandduinen nabij het strand. Een echte ‘slag’ naar zee is hier niet, maar als je in de richting van (strand)paal 17 loopt, kom je vanzelf bij het kale zand terecht. Niet gehinderd door enig hekje doorkruis je de prachtige zandduinen, waarbij je ongetwijfeld even een ‘Sahara-gevoel’ zult krijgen. En dan sta je – zo ergens tussen de palen 16 en 17 – op het brede en fraaie Terschellinger strand.

– Sahara-landschap opTerschelling –

Op het strand ga je zuidwaarts tot je tussen de palen 15 en 14 aan je linkerhand een ‘slag’ ziet met bovenop het duin een vlaggenmast. Daar verlaat je het strand om je tocht te vervolgen door de Terschellinger duinen. Maar eerst kun je een horecapauze houden in het achter de slag gelegen duincafé Kaap Hoorn, dat is genoemd naar het nabije dorpje Hoorn.
Nadat je het fietspad naar Hoorn door het Hoornerbos een paar honderd meter hebt gevolgd, kom je op een kruispunt, waar een bospad van schuin rechtsachter op het fietspad uitkomt. Wanneer je dit pad volgt kom je vanzelf weer in het open duingebied terecht en wandel je door het mooie natuurgebied Koegelwieck. Hier tref je een overvloed aan ‘lepeltjesheide’ aan, waaraan de beroemde Terschelllinger cranberrybessen groeien. Deze plant schijnt in 1845 na een schipbreuk op het eiland terecht te zijn gekomen. Gezonde bessen worden verwerkt tot onder meer compôte, wijn, likeur, jam, siroop en thee. Cranberryproducten zijn in veel winkels op het eiland verkrijgbaar. In het vroege najaar kun je de oogsters, aan wie de pluk is verpacht, aan het werk zien. Je kunt natuurlijk ook zelf stiekum een besje plukken en opeten. De donkerste bessen zijn de lekkerste!
Spoedig sta je aan de rand van het Formerumerbos. Vanaf paddestoel 23051 volg je het fietspad door dit mooie bos. Uiteindelijk kom je uit op een rode staatsbosbeheerwandeling, die je volgt over de Landerumerhei, een vanwege grazers met hekken omsloten gebied. Achter een camping langs wandel je naar de asfaltweg die het dorp Midsland verbindt met Midsland aan Zee. Langs deze weg wandel je in korte tijd naar het gezellige centrum van Midsland, het tweede dorp van Terschelling. Midden in het dorp staat op een soort brink een door grafzerken omgeven kerkje, waarachter je tal van welkome café’s en restaurants vindt.

Nabij een sportveldencomplex verlaat je Midsland weer om over een fraaie grasbaan door open weidegebied richting West-Terschelling te lopen. In de verte zie je de hoge duinen achter ‘West’ met het uitzichtpunt Arjensduin reeds liggen. Bij een duinmeertje en enige campings verwissel je het polderland weer voor de beboste duinheuvels. Steeds rechtdoor wandelend over een onverhard pad naast een fietspad passeer je het uitzichtpunt Halfweg. Het mooie panorama omvat de omliggende bossen en de Waddenzee.
Je volgt het fietspad rechtsaf de bossen in en probeert met behulp van je kaart bij het natuurgebied Swartduin terecht te komen, waar je opnieuw veel heide zult aantreffen. Langs een groepskampeerterrein lopend bereik je het kilometerslange bospad Longway. Daar sla je linksaf richting West-Terschelling tot je aan je linkerhand een schuur van Staatsbosbeheer ziet. Schuin rechts tegenover deze schuur bevindt zich, midden in de bossen, het prachtige natuurkampeerterrein ‘West-Terschelling’, voorzien van goede sanitaire voorzieningen. De avond breng je ongetwijfeld door in een of meer van de vele café’s aan de voet van de beroemde, uit 1594 daterende, 55 meter hoge vuurtoren ‘Brandaris’ in het gezellige West-Terschelling.

– Kamperen op staatsbosbeheerterrein bij West-Terschelling –

Dag 2: Van West-Terschelling naar Vliehors (18 km)

In plaats van rechtstreeks naar de haven te lopen maak je nog een ommetje door een fraai stukje Terschelling. Bij de ingang van het kampeerterrein vind je de blauwe staatsbosbeheerwandeling, die je naar links door het bos volgt. Nadat je om het kampeerterrein bent heengewandeld kom je op de splitsing van de blauwe met een rode staatsbosbeheerwandeling. Wanneer je daar naar links gaat en de rode paaltjes blijft volgen, wandel je al snel langs een duinmeertje, dat luistert naar de lugubere naam Doodemanskisten. Mogelijk was dit meertje vroeger een zeearm. Ene meneer Doreman zou in de ingang van dit ‘sluftertje’ een bekisting hebben gemaakt om de zee te weren … vandaar de verbasterde naam.
Bij een fietspad ga je naar rechts. Iets verderop – je bent dan alweer in het open duingebied – pik je de rode route weer op, die je linksaf gaand volgt. Je komt dan in het fraaie natuurgebied ‘Groene Strand’, een oud kweldergebied waar een natuurlijke duinbeek door heen loopt. Vroeger stond dit gebied in open verbinding met de zee. Later werd het afgesloten . In 1996 is het afsluitdijkje weer afgegraven en heeft de zee er – bij hoge vloed – weer vrij toegang.
De rode route brengt je vervolgens op de beboste Seinpaalduin, waar je twee mooie uitzichtpunten vindt. Het prachtige panorama omvat niet alleen het dorp ‘West’ met de Brandaris, maar vooral ook de grote zandplaat Noordsvaarder met in de verte het eiland Vlieland.

– Uitzicht op West-Terschelling vanaf het Seinpaalduin –

En dan kom je – na een korte zeereis – op Vlieland aan, een eiland waar auto’s van bezoekers verboden zijn. De boot meert af nabij het dorpje Oost-Vlieland, volgens kenners het mooiste dorpje van het waddengebied. De Dorpsstraat is beschermd dorpsgezicht en bevat tal van monumentale panden, waaronder het oude raadhuis en het uit 1575 daterende Tromp’s Huys, waar ooit de beroemde zeevaarder logeerde en waar nu een oudheidkundig museum is. Ook is een bezoekje aan de kerk met de begraafplaats de moeite waard. Uiteraard vind je hier winkels, waar je kunt foerageren, en vele gezellige horecabedrijven.

– Oost-Vlieland is het mooiste dorp op de Waddeneilanden –

Vlieland heeft als enig bewoond waddeneiland géén polders en bestaat in zijn geheel uit imponerend duinlandschap met hier en daar bossen, aangelegd om het zandverstuiven tegen te gaan. Aan de zuidkant van Vlieland ligt de enorme tien kilometer lange zandplaat Vliehors.
Van het dorp Oost-Vlieland naar café-restaurant ‘Het Posthuys’ is het over het fietspad acht kilometer. Als langeafstandwandelaar kies je uiteraard voor een iets afwisselender en daardoor iets langere, maar wel rustiger route. Eerst breng je een bezoek aan de vuurtoren van het eiland, die iets ten zuiden van het dorp op het veertig meter hoge Vuurboetsduin staat. Vanaf deze plek heb je een fantastisch uitzicht over het noorden van Vlieland, de Noordzee, de Waddenzee en in de verte het eiland Terschelling.

– Uitzicht op noordelijk Vlieland vanaf het Vuurboetsduin –

Vanaf de vuurtoren wandel je in zuidelijke richting over de gele, niet altijd duidelijk aangegeven, staatsbosheerroute door de prachtige bossen die in een krans om Oost-Vlieland liggen. Dan gaat het over de Postweg door open duingebied naar het in bosgebied gelegen staatsbosbeheerkampeerterrein Langepaal. Mensen die niet illegaal willen kamperen zullen, zoals in de introductie reeds beschreven, hier de nacht moeten doorbrengen. Deze wandeldag is voor hen dan van korte duur.
Bij het kampeerterrein kun je de rode staatsbosbeheerwandeling gaan volgen in de richting van het derde bos op je route. Door dit stille en daardoor geheimzinnig aandoende bos loopt een prachtig vergrasd wandelpad. Uiteindelijk kom je uit bij ‘Dijkstra’s plasje’ onder aan de waddenzeedijk.
Het is bijzonder leuk om hier de dijk over te steken en aan de zeekant over de ronde stenen glooiing te lopen. Bij laag water kun je zelfs een stukje wadlopen. Ter hoogte van het uitzichtpunt Dodemansbol wandel je het eiland weer op om door het bos Bomenland via de gele route uit te komen bij het in open duinlandschap liggende horecabedrijf Het Posthuys.

– Wadlopen op Vlieland –

Ga je van hier de Vliehors op, dan moet je in het café extra drinkwater innemen. Als je in Het Posthuys je warme maaltijd gebruikt, hoef je minder water mee te nemen ! Langs een asfaltweggetje aan de rand van het prachtige vogelnatuurgebied Kroon’s Polders wandel je vervolgens naar de stenen gebouwen van het Cavalerie Schietkamp. Wanneer je daar rechtsaf het strand op gaat, sta je aan het begin van de eindeloze zandplaat Vliehors. In de verte zie je een op een starttoren lijkende waarnemingspost van de Luchtmacht uit het zand oprijzen. Bij helder weer is heel ver weg ook de vuurtoren van Texel zichtbaar. Verder zie je hier en daar wrakken van legervoertuigen, waar de straaljagerpiloten kennelijk op hebben geoefend. Maar natuurlijk is de fraaie, stille zandvlakte het meest imposant. Alhoewel het zand redelijk beloopbaar is, kun je toch beter in de buurt van de zee blijven.

– Defensie-oefenterrein op de Vliehors –

Midden op de Vliehors zijn twee solitair gelegen complexen van duintjes. Wanneer je ter hoogte van de zuidelijkst gelegen duinen bent, kun je met de dwarsoversteek van de zandplaat beginnen. Op een gegeven moment verdwijnt de zee uit je blikveld en voel je je alleen op het zand.
In de duintjes vind je een illegale, doch veilige kampeerplek. Vanaf de hoogste duinen heb je een fraai uitzicht op de Vliehors en op de daarop staande objecten, waaronder het met wrakhout omheinde, stralend witte ‘Reddingshuisje’. Je kunt aldus gemakkelijk de route voor de volgende dag bepalen naar de steiger van de veerboot naar Texel. Reken voor die ochtendwandeling zeker één uur zonder pauzes.

– Ruig kamperen op de Vliehors –

Dag 3: Van Vliehors naar De Koog (17 km)

– Uitzicht op de onherbergzame Vliehors –

Na een door een flinke wind mogelijk onrustige nacht, wandel je ’s ochtends langs een op hoge stalen poten staande militaire observatiepost naar het Reddingshuisje, waar je allerlei op de zandplaat aangespoelde rariteiten zult vinden. De beheerder heeft getracht er een kunstzinnig geheel van te maken en bruidsparen die dat willen, kunnen elkaar in deze woestenij officieel het ja-woord geven !

– Op weg naar het Reddingshuisje –

Vanaf het Reddingshuisje wandel je over de vlakke plaat in de richting van de Texelse vuurtoren naar de aanlegsteiger, bestaande uit een stalen ponton en een lange houten steiger, die primitief aandoet, maar desondanks stevig aanvoelt. Het is te hopen dat je hier niet met absoluut hoog water bent, want dan kan de steiger moeilijk bereikbaar zijn. Je zou dan het laatste eindje met de Vliehors-expres moeten meerijden, hetgeen een onzekere zaak is. Gelukkig zakt het water bij afgaand tij snel en kun je met redelijk droge voeten de steiger bereiken. Bij gebrek aan een trapje kan het beklimmen van de steiger enige problemen geven.

– Nabij de steiger van de veerboot naar Texel –

De veerboot van Sil en Janka – een van een kajuit voorzien beurtscheepje, dat luistert naar de naam ‘De Vriendschap’ – brengt je naar Texel, het grootste waddeneiland. Nabij de steiger van de veerboot is een strandtent voor een eventuele horecastop.

– Ruwe zee tussen Vlieland en Texel –

Het Texelpad rondt de kop van het eiland langs de stranden van de Waddenzee en de Noordzee. Heb je intussen genoeg zand gezien, dan kun je een stukje afsnijden door vanaf de strandtent een korte tijd langs de autoweg naar de vuurtoren te lopen. Tegenover camping De Robbenjager ga je linksaf de kale duinen in langs een fietspad. Je komt dan na een tijdje vanzelf weer op het Texelpad uit. Het pad loopt enige kilometers min of meer rechttoe rechtaan over het verharde fietspad in de richting van het dorp De Koog. Aangezien het niet altijd mogelijk is naast het fietspad op onverharde grond te lopen en er op Texel nogal veel gefietst wordt, is het wandelen hier niet altijd een genoegen. De mooie natuur vergoedt echter veel. Pas twee kilometer ná ANWB-paddestoel 21446 verlaat het Texelpad het fietspad.

– De Slufter op Texel –

Over een duinovergang treed je het zeer fraaie natuurreservaat De Slufter binnen. Deze Slufter staat in open verbinding met de zee en volgens ingewijde inwoners van Texel is het niet mogelijk de Slufter nabij de Noordzee te doorwaden, zeker niet met volle bepakking. Gelukkig valt er ook achter in dit natuurreservaat veel te genieten van de prachtige natuur.

– De Slufter is een uniek natuurgebied in Nederland –

Het Texelpad wordt weer een echt wandelpad over graspaden. Als je dit pad alsmaar blijft volgen kom je vanzelf in De Koog terecht, waar je genoeg café’s, winkels en campings zult vinden. Onderweg wandel je door duingebied, langs weitjes waarop koeien en schapen grazen en door heideachtig gebied. Al met al een zeer afwisselend en fraai stukje Texel.

Dag 4: Van De Koog naar ’t Horntje (18 km)

De route van De Koog naar de hoofdplaats Den Burg via een ‘dwarsover-variant’ van het Texelpad biedt landschappelijk veel afwisseling. Nadat je de bossen van De Koog achter je hebt gelaten, kom je via het Oude Dijkje op een van bosschages voorzien fietspad terecht, dat langdurig door de Texelse weiden voert. Auto’s mogen en kunnen hier niet komen. Wandelaars vinden naast het fietspad wat vaker dan gisteren prettige groene wandelstroken.

– Het Oude Dijkje op Texel –

Na een tijdje passeer je het landschappelijk fraai gelegen Weegeswaal, een na een dijkdoorbraak ontstaan kolkgat. Je loopt hier in de luwte van een dijkje. Bij ANWB-paddestoel 23847 op de Burgerdijk aangekomen gaat het Texelpad naar links, richting het dorpje De Waal. Om de afstand wat in te korten kun je hier ook rechtsaf gaan, richting Den Burg. Je neemt de eerste weg links – Meyertebos – en na enige bochten sta je aan de rand van de bebouwde kom van het gezellige dorp Den Burg, waar op maandagochtend markt wordt gehouden. Horeca en winkels zijn hier meer dan voldoende.

– Het fraaie gebied ‘De Hooge Berg’ –

In Den Burg pik je het Texelpad weer op en je komt terecht in de ‘heuvels’ van het natuurgebied De Hooge Berg, onder meer bekend van zijn vele ‘tuinwallen’, een soort muurtjes van gestapelde plaggen. Na het zwembad gepasseerd te hebben loop je weer heerlijk onverhard over graspaden en krijg je mooie vergezichten voorgetoverd. Je komt langs het kerkhof der Georgiërs, waar 476 – in Duitse dienst gedrongen – Georgische soldaten zijn begraven die in 1945, na een bloedige opstand op Texel, door de Duitsers zijn gedood.

– Kerkhof der Georgiërs –

Verderop passeer je de ‘wezenputten’, waar ooit de Oostindiëvaarders van de VOC drinkwater innamen. Over het smalle Skillepaadje bereik je tenslotte het aardige havenplaatsje Oudeschild, waar onder meer het Juttersmuseum is gevestigd. De haven is een aardige pauzeplaats.

– Het leukje havenplaatsje Oudeschild –

Het Texelpad kronkelt vanaf Oudeschild nog wat door de Texelse binnenlanden, alvorens in het eindpunt ’t Horntje aan te komen. Je kunt de afstand opnieuw bekorten door zuidelijk van Oudeschild de waddenzeedijk op te gaan en deze dijk helemaal te volgen tot bij de veerboot naar Den Helder. Deze route is minder saai dan wellicht lijkt, want de uitzichten op de Waddenzee en op de fraaie Hooge Berg mogen er zijn. Je hebt ook nog aardig panorama’s op de in 1572 aangelegde Oude Schans en op het natuurgebied Ceres, in de bocht van de dijk.

Als laatste meevaller op je vierdaagse voettocht over de waddeneilanden is de overtocht per schip naar Den Helder geheel gratis, omdat je geacht wordt Texel uitsluitend via het vasteland te benaderen. Als het weer een beetje heeft mee gezeten, kun je terugkijken op een zeer aantrekkelijke en ook aparte meerdaagse voettocht door Nederland.

– Op weg naar Den Helder na afloop van een unieke voettocht –

– – –

(Copyright: JWE van de Poel)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *