Südeifel

Het gebeurt niet vaak dat je op een voettocht met rugzak en tent drie landen tegelijk bezoekt. Dat is eigenlijk alleen maar mogelijk in de omgeving van een ‘drielandenpunt’. Eerder dit jaar bezochten wij tijdens een voettocht door Zuid-Limburg (zie elders op deze wandelpagina) ons nationale Drielandenpunt bij Vaals. Wellicht daardoor geïnspireerd kiezen we voor deze voettocht opnieuw voor een drielandenpunt, te weten de plaats waar België, Luxemburg en Duitsland elkaar raken. Dat drielandenpunt ligt in de wonderschone vallei van het riviertje de Our, ten zuidoosten van het bekende Belgische stadje Sankt Vith. Meest nabije dorpje is het Belgische Ouren, dat verscholen ligt in een uithoek van België. Wél een heel mooie uithoek trouwens! De Our vormt de natuurlijke grens tussen Luxemburg en Duitsland. Aan de Duitse kant bevindt zich het Naturpark Südeifel en dat wordt de bestemming van deze vierdaagse voettocht. Door middel van het aan elkaar knopen van enige langeafstandwandelingen en een aantal eigen varianten maken we een ‘rondje’ dat start en eindigt in het aan de Our gelegen Duitse dorpje Stupbach, dat aan de Belgische kant – over de brug dus – Stubach of Stoubach heet. Interessant! Overigens heet het gebied hier, aan weerszijden van de Our, ook wel Islek. Deze naam kom je hier en daar op je tocht ook wel tegen.

– Het mooi gelegen Stupbach op de grens van België en Duitsland – 

Vanaf Ouren volgen we het Luxemburgse Sentier de l’Our, dat over een afstand van 58 kilometer van het Luxemburgse dorp Weiswampach naar het bekende Luxemburgse stadje Diekirch gaat. Bij het in het Ourdal gelegen Duitse stadje Dasburg verwisselen we het Sentier de l’Our voor de Matthiasweg, een hauptwanderweg van de onvolprezen Eifelverein (nr.6). Deze Matthiasweg verbindt Aken en Echternach met elkaar. In het Duitse gehucht Kesfeld stappen we over op de Internationaler Wanderweg Maas-Rhein-Weg. En vanaf het Duitse dorp Lützkampen volgen we een eigen parcours naar ons uitgangspunt Stupbach. Al met al een zeer afwisselende voettocht van ongeveer 60 kilometer door prachtige, beboste, rivierdalen en over vruchtbare hoogvlakten met wijdse vergezichten. Het is hier in de Südeifel uitermate rustig en veel medewandelaars kom je niet tegen. Landschappelijk hoogtepunt is ongetwijfeld het schitterende dal van de Our dat globaal tussen Ouren en Dasburg voor auto’s verboden is. Je hebt hier dus als wandelaar het rijk alleen. Maar ook elders op de route valt veel te genieten van prachtige landschappen.

– Het prachtige dal van de Our op de grens van Luxemburg en Duitsland –

De gehele route van deze voettocht kun je terugvinden op de uitstekende stafkaart van het Naturpark Südeifel (Blatt 1) in de schaal 1:25.000 van LvermGeo. Deze kaart is gelijk aan wandelkaart nr.26 van de Eifelverein. Net als op Nederlandse stafkaarten kun je ook op deze Duitse kaart niet altijd duidelijk zien hoe het is gesteld met de ondergrond van je pad: asfalt of onverhard. Gelukkig krijg je deze voettocht veel onverharde paden voor je voeten – vooral in het dal van de Our –, maar het asfalt blijft hier en daar nadrukkelijk aanwezig en kennelijk onvermijdelijk. Geluk is wel dat je in deze contreien op asfaltweggetjes niet van de sokken wordt gereden door passerend autoverkeer.
Deze voettocht overnachten we twee keer op een camping en één keer staan we op een weitje bij een boer. Campinghaters kunnen natuurlijk altijd wel een ‘vrij plekje’ vinden of een plaats bij een boer. Maar zeker de eerste camping op deze tocht is de moeite van het overnachten waard.
In deze ‘achteraf-streek’ zijn winkels en horecabedrijven niet dik gezaaid. In het Duitse dorp Daleiden, waar je aan het einde van de tweede dag zult komen, is echter wel een supermarktje aanwezig. Café’s, waar de dorstige wandelaar zich kan laven, zijn op de route op redelijke afstanden van elkaar te vinden. Alleen op de derde dag zul je voor een, al dan niet alcoholische, verfrissing wat langer moeten doorlopen dan je wellicht zou wensen. Maar alla … wat geeft het? Laten we op pad gaan!

Dag 1: Van Stupbach naar Tintesmühle (13 km)

De meegebrachte auto(‘s) kun je veilig parkeren in Stupbach. Net over de grensbrug bevindt zich hotel-restaurant Zur alten Mühle, waar je – na afloop van deze voettocht? – heerlijk kunt eten. De parkeerplaatsen daar zijn echter alleen voor gasten. Rij daarom ietsje verder naar links. Ruim honderd meter verderop vind je dan aan de linkerkant van de weg prima vrije parkeerplaatsen.

– Het dal van de Our tussen Stupbach en Ouren –

De eerste etappe van vandaag voert van Stupbach naar het Belgische dorp Ouren. We kiezen voor de Duitse kant van de Our in de verwachting van een goeddeels onverhard pad. Dat blijkt helaas maar deels zo te zijn.
Over een asfaltweggetje, dat op de kaart en later ook in het terrein wordt aangeduid met een witte W in een wit rondje op een blauwe ondergrond – het betreft hier aanduidingen van rondwandelingen in het Naturpark Südeifel –, wandel je het dal van de Our in op weg naar het eerste dorp op je route: het Duitse Welchenhausen. Je blijft op de dalbodem lopen met mooie uitzichten op de beboste heuvels aan weerszijden van de Our. Wat later kun je een tijdje over een aangenaam graspad tussen maïsakkers gaan lopen. Dat genoegen duurt niet erg lang en te snel moet je weer terug naar het, overigens rustige, asfaltweggetje.

– De eerste onverharde meters tussen Stupbach en Welchenhausen –

Welchenhausen blijkt zowaar over een mini museumpje te beschikken in een bushalte: Museum in der Warte Halle, wellicht het kleinste kunstmuseum ter wereld. Schilderijen, tekeningen, grafiek, foto’s en dergelijke van kunstenaars uit deze regio; daar gaat het hier om. Dit museum heeft een relatie met een soortgelijk kunstgebouwtje in Stupbach, waar je zojuist je auto hebt geparkeerd. Aardig om te zien!
In Welchenhausen vervolg je het W-pad in zuidelijke richting. Tussen de bomen door zie je het aan de overzijde van de Our gelegen Belgische dorpje Oberhausen, een naam die bij de meeste Nederlanders heel andere associaties oproept.
Dan gaat het plotseling linksaf omhoog over een steil bospaadje en na een scherpe bocht naar rechts wandel je, nog steeds op het W-pad, over open terrein met mooie uitzichten op het dal van de Our. Je passeert een hutje met een aardig point de vue, al staan enige bomen hinderlijk in het vizier. Kort na het betreden van het bos verlaat je het W-pad via een redelijk breed bospad, dat rechtsaf over de dalende kam van de heuvel naar beneden voert. Let op, de aanduiding ter plekke is niet erg duidelijk!
Beneden aangekomen – je bent intussen in België beland! – wandel je de camping van Ouren op. Er is hier een café, maar het is leuker om de eerste horecarustpauze gewoon in het landelijke dorpje Ouren zelf te houden. Steek daarom de Our over en je wandelt zo het dorpje binnen. Na korte tijd passeer je aan de rechterkant een café met leuk, overdekt, terras, vanwaar een mooi uitzicht op het dorp en de Our.

– Ouren ligt in een fraaie uithoek van België –

Hier in Ouren begint je tocht over het reeds genoemde Sentier de l’Our, in het veld aangeduid door een gele stip op blauwe ondergrond. De eerste kilometers van dit pad vanaf Ouren zijn geasfalteerd. Je verlaat het dorp in zuidelijke richting naar het reeds aangegeven Europa Denkmal – in Ouren ben je in de Belgische Oostkantons en spreekt men dus Duits – dat nabij het drielandenpunt ligt. Het denkmal bestaat uit enige grote stenen met plaquêtes, waarop vermeld de namen van Europese regeringsleiders van weleer. Op zich niet heel bijzonder, maar toch de moeite van het bekijken waard.

– Het Europa Denkmal bij Ouren –

Je overschrijdt hier de grens met Luxemburg en je bent alweer in het derde land vandaag! Het sentier van de Our gaat linksaf het dal van de Our in. Het pad blijft nog even geasfalteerd tot aan een dagcampingterrein aan het riviertje. Maar daarna is het asfaltleed geleden en gaat het sentier over in een prachtig onverhard pad. En dat blijft zo, een enkel klein stukje uitgezonderd, tot in het Duitse Dasburg, vanaf hier ongeveer 16 kilometer verderop.
Het fraaie, van prachtig lover voorziene, sentier blijft in hoofdzaak beneden in het dal, maar is hier en daar wel tamelijk geaccidenteerd. Regelmatig wordt het pad smal met een steile ‘afgrond’ aan de zijde van het riviertje de Our en met rotspartijen aan de zijde van de heuvel. Hier en daar word je, tussen de bomen door, onthaald op leuke doorkijkjes op de voortkabbelende Our.

– Het Ourdal bij Ouren –

In de buurt van de voormalige watermolen Kalbermillen – nu kennelijk een soort ecologisch centrum met onder meer aandacht voor het behoud van riviermosselen – verblijf je een korte tijd op asfalt, kennelijk aangelegd voor bedrijfsauto’s.
Vanaf hier is het niet ver meer naar camping Tintesmühle – of, op zijn Luxemburgs geschreven Tëntesmillen –, schitterend gelegen in het prachtige dal van de Our. Het is hier, buiten het seizoen, niet druk; de grasmat aan de oever van de Our ziet er prachtig uit en de sanitaire voorzieningen zijn ook prima. De camping beschikt over een café, waar men Luxemburgs spreekt, maar Nederlands verstaat. Al met al een hele leuke eerste overnachtingsplek!

– De fraai in het dal van de Our gelegen camping Tintesmühle –

Dag 2: Van Tintesmühle naar Irrhausen (20 km)

De eerste etappe van vandaag – door het dal van de Our naar het Duitse stadje Dasburg – ziet er, zeker als het mooi weer is, prima uit. Het sentier gaat bij de camping gewoon verder zoals het gistermiddag al was: prachtige onverharde paden, nu eens wat breder, dan weer smal en hier en daar geaccidenteerd. En hier en daar weer mooie doorkijkjes tussen de bomen door. Het is hier zeer aangenaam wandelen!
Nabij de eerste kruising met een officieel langeafstandwandelpad dat naar Clervaux gaat (Kaasselbierg) is het even steil klimmen en dan weer steil afdalen geblazen, het laatste over een stenen trap met smalle treden. Ter plekke is een mooi ‘point de vue’ en het wordt nog iets mooier als je hier een klein stukje omhoog gaat over het andere pad. In de diepte stroomt de Our in de zwaar beboste vallei.

– Point de vue Kaasselbierg –

Na wat heen en weer geslinger in het bos – je snijdt hier een meander af – kom je bij een open plek in het bos op een asfaltweggetje uit dat je naar links toe volgt bergafwaarts. Dit weggetje komt na een tijdje uit op een drukkere autoweg en ook hier ga je naar links. Dan is het niet ver meer lopen naar de brug over de Our: Dasbourg-Pont. Bij de brug is een café, maar het is hier ook wel erg druk met verkeer; vooral Duitsers die op de goedkope Luxemburgse benzine afkomen. Wil je een horecastop houden, dan is het aanbevelenswaardig dat te doen in het stadje Dasburg, dat nog maar één kilometer verderop ligt.
Je verlaat hier definitief het Luxemburgse Sentier de l’Our. Over de brug wandel je Duitsland in. Je volgt even de autoweg naar Dasburg, maar al snel tref je aan je linkerhand een weggetje aan, schuin de berg op. Dit asfaltweggetje wordt spoedig onverhard en je klimt langzaam het dal van de Our uit. Wanneer je steeds maar rechtdoor loopt kom je vanzelf in de bebouwde kom van Dasburg uit, vlakbij een kerk. Ga daar naar links – de burchtruïne van Dasburg laat je rechts liggen, tenzij je er natuurlijk even wilt gaan kijken – en je loopt langs huizen, waarin de achterkant (of voorkant?) van een café, naar een kruising met een haarspeldbocht. Daar zie je aan de rechterkant alweer een café, waar je een prima rustpauze kunt houden. Maar ja … ook hier is het druk met verkeer!
Hier in Dasburg ga je verder over het langeafstandwandelpad Matthiasweg, in het veld goed aangegeven door een zwarte driehoek op witte ondergrond. Het pad ‘begint’ in het verlengde van de straat waar je zojuist hebt gelopen. Nou ja, een pad is het niet; je bent genoodzaakt om enige tijd over deze geasfalteerde autoweg omhoog te lopen, het dal van de Our uit. Achter je wordt het uitzicht op Dasburg en de Ourvallei steeds fraaier.

– Terugblik op Dasburg en het dal van de Our –

Langzaam maar zeker kom je, buiten de bebouwde kom, op de hoogvlakte terecht. Je steekt een autoweg over en vanaf daar wordt de Matthiasweg weer onverhard. Je loopt hier afwisselend langs de bosrand en over open veld en de vergezichten mogen er zijn. Links voor je ligt het dorp Dahnen en rechtsvoor ontwaar je bebouwing die bij het dorp Daleiden behoort, het volgende dorp op je route.

– Matthiasweg tussen Dasburg en Daleiden –

Maar voor je daar bent moet je nog even een bebost beekdal door. In het lieflijke dal van de Mühlbach wandel je voorbij de Steinkaulsmühle en je gaat daar met de Matthiasweg mee naar rechts. Er volgt een rustige klim naar Daleiden. Onderweg zie je links en rechts vijvers, waar vis wordt gekweekt. In de buurt van Daleiden wordt het pad weer geasfalteerd. Bij de kerk aangekomen tref je een supermarktje aan, waar je eventueel kunt foerageren. Het dorp beschikt ook over enige café’s. Ga bij de supermarkt rechtsaf en volg de dalende autoweg in een bocht naar links. Aan het einde van deze weg zie je al het terras van een horecabedrijf, maar daarvóór is, aan je rechterhand, óók een café met toeristeninformatie, Haus Islek. Je hebt dus keus.

– Het kerkje van Daleiden –

We besluiten de Matthiasweg hier in Daleiden tijdelijk te verlaten om koers te zetten naar een op de kaart aangegeven meertje: Stauweiher Irsental. Aldaar is ook een camping. Het idee om daar niét te gaan staan, maar de nacht door te brengen bij een officiële schuilhut, laten we varen, omdat we uit informatie van de uitbaatster van Haus Islek en later op borden langs de weg hebben begrepen dat vrij kamperen in dit gebied streng verboden is en wordt bestraft met hoge boetes. En in onze wandelgroep zijn wandelaars aanwezig die nog niet zo heel lang geleden kennis hebben gemaakt met hoge boetes wegens illegaal vrij kamperen!
Onze eigen route is betrekkelijk eenvoudig. Je wandelt Daleiden uit langs het reeds genoemde volgende café, aan je linkerhand, en volgt een korte tijd de autoweg naar Dasburg. Na het laatste huis aan je linkerhand volg je een smal voetpad naar links, over een kinderspeelplaats, tot je na een paar honderd meter weer op een asfaltweg uitkomt. Je bent hier in het dal van het beekje Irsen aangekomen. Op het asfalt ga je naar links en je volgt deze autoweg met een bocht naar rechts en een bocht naar links. Rechts bevindt zich een groeve voor afval. Als je die groeve zo goed als gepasseerd bent, volg je een onverhard voetpad schuin naar links, dat zich langzaam maar zeker van de autoweg verwijdert. Steeds verder daal je af in het dal van de Irsen en het is hier, in de avondzon, weer bijzonder fraai. Je passeert de schutzhütte waar je dus beter niet kunt gaan kamperen en voor je het weet bereik je het Erholungsgebiet Irsental.

– Het dal van het riviertje de Irsen in de avondzon –

Over een onverwacht aparte, want overdekte, brug over de Irsen loop je het recreatiegebied in, waarin je kennis kunt nemen van allerlei wetenswaardigheden omtrent dit gebied en de natuur. Als vanzelf bereik je de nu dichtbij gelegen camping. De aanblik doet verdriet – het ziet er niet romantisch uit! –, maar het is voor passanten mogelijk om nabij een groene parkeerplaats toch aardig te kamperen; buiten de officiële camping met ruim uitzicht op de omgeving. En natuurlijk kun je gebruik maken van de – dat wel – mooie sanitaire voorzieningen van deze camping. Ook is er een welkom campingcafé aanwezig.

Dag 3: Van Irrhausen naar Lützkampen (19 km)

Van de camping af ga je weer terug naar de Matthiasweg. In de verte zie je de kerk van het dorp Irrhausen al en je wandelt simpelweg langs de bosrand richting het dorp. In de bebouwde kom aangekomen blijf je de richting van de kerk volgen. Bij de brug over de Irsen zie je een grappig beeld van de beschermheilige van alle bruggen, de heilige Nepomuk. Hij lacht wat twijfelachtig, alsof hij wil zeggen: “Misschien bescherm ik deze brug wel niet!”. Geen probleem, want de route gaat rechtsaf naar de kerk. Vóór de kerk ga je naar links, je steekt twee keer achter elkaar een riviertje over – de tweede brug is de brug over de Irsen – en je komt terecht op een doorgaande autoweg. Hoe gek het ook klinkt, je bent weer terug op de Matthiasweg.

– De heilige Nepomuk is een vertrouwde heilige voor wandelaars –

Het pad volgt een klein stukje de autoweg tot opnieuw een brug over de Irsen. Ook deze brug steek je over en je gaat onmiddellijk linksaf over een onverhard pad het dal van de Irsen in. Volgens de kaart kun je dit mooie dal kilometerslang doorlopen over onverharde paden in de richting van het gehucht Sevenig. Via deze, ongetwijfeld fraaie, route kun je eveneens het einddoel van vandaag, het dorp Lützkampen, bereiken. Wij kiezen echter voor een andere route met wat meer dorpjes, en hopelijk horeca, onderweg. Er leiden immers vele wegen naar Rome!
Onze route gaat voorlopig over de Matthiasweg. Daarvoor ga je het eerste beekdal rechtsaf. De door dit dal stromende beek heet de Eschbach en je komt dan vanzelf uit in het hooggelegen dorpje Eschfeld. Door het mooie, beboste, beekdal gaat je langzaam omhoog over comfortabele brede onverharde paden. Wanneer je het beekdal uiteindelijk verlaat en op de open hoogvlakte bent gearriveerd, zie je Eschfeld al liggen. Een aardig Eifeldorpje, dat gelukkig blijkt te beschikken over een café … simpel te vinden, want – traditioneel – bij de kerk! Een mooie plek dus voor een eerste koffiepauze op deze derde wandeldag.

– In Eschfeld staat de koffie voor je klaar! –

De ondergrond is inmiddels, zoals je hebt gemerkt, weer getransformeerd in asfalt en dat blijft ook na het verlaten van Eschfeld even zo. Net buiten de dorpskom moet je langs een autoweg naar rechts, maar gelukkig zijn er hier tijdelijk ook comfortabele grasbermen. De aandacht wordt getrokken door enige kleine kruisen aan de overkant van de weg, op de kaart aangeduid met Beim Steinekreuz (Auf der Höh). Toch maar ter plaatse even gekeken en tot onze verrassing treffen we de restanten van een opgeblazen bunker uit de Tweede Wereldoorlog aan, waaromheen de plaatselijke pastoor een kruisweg heeft gebouwd, gewijd aan de vrede. Toch wel een indrukwekkende plek dus!

– Het monument van de opgeblazen bunker –

Van hier volg je ruim een kilometer de autoweg naar het oosten, die langzaam de hoogte ingaat. Dan gaat de Matthiasweg op het open veld linksaf naar beneden, opnieuw het dal van een beekdal in: ditmaal het dal van de Primmerbach. Opvallend zijn hier de vele grote windmolens aan de noordelijke horizon ! De vergezichten zijn hier zeer de moeite waard.

– Panorama van het dal van de Primmerbach –

Het kleine asfaltweggetje waarop je je nu bevindt daalt snel af naar de dalbodem en vóór de beek ga je scherp naar rechts, met de Matthiasweg mee het bos in, dat de Primmerbach flankeert. Het pad wordt gelukkig weer onverhard en het is opnieuw leuk wandelen hier.
Het onverharde genoegen wordt slechts kort onderbroken door een geasfalteerd weggetje, in de buurt van het hoog gelegen dorp Leidenborn, dat je overigens links laat liggen. Langs de Schneidmühle wandel je opnieuw het dal van de Primmerbach in, op weg naar het gehucht Kesfeld. Bij het verlaten van het beekdalletje, vóór een hooggelegen huis langs, kom je weer op een asfaltweggetje uit en je bereikt de bebouwing van Kesfeld, waar helaas geen horecabedrijf is gevestigd.

– Südeifel in de omgeving van Leidenborn –

De Matthiasweg gaat hier naar het oosten en wij gaan de westelijke kant op, richting het dorp Grosskampenberg. We volgen de route van een ander langeafstandwandelpad, de Maas-Rhein-Weg, in het veld aangegeven door een wit golfje op zwarte ondergrond. Onverharde paadjes zijn hier helaas niet, en er komen weer wat kilometers asfalt onder je voeten. Je blijft hoog lopen, dus je kijkt hier af en toe een mooi eind weg. Het café in Grosskampenberg, waarop gerekend was, blijkt helaas gesloten te zijn. Gesloten in de zin van ‘opgeheven’. Tja, je vraagt je ook inderdaad af of een café in elk dorp hier in deze contreien – waar het vooral erg rustig is – economisch gezien wel een haalbare kaart is.
Links van de weg ziet het geoefend oog enige betonnen palen tussen het hoge gras. Dat blijkt later in het dorp – op een informatiebord – onderdeel te zijn van een antitankversperring uit de Tweede Wereldoorlog. Het dorp Grosskampenberg beschikt volgens de stafkaart over een ‘schutzhütte mit brennplatz’ en dat blijkt bij aankomst ook zo te zijn, al vraag je je onwillekeurig af, wanneer deze hut voor het laatst is gebruikt. Je zou hier op een grasveldje tegenover de hut prima kunnen kamperen, maar ja … doordat de paden vandaag wel erg makkelijk bewandelbaar blijken te zijn, is het daarvoor nog wat te vroeg. En, ook belangrijk, er is dus geen café.
Daarom toch maar verder gewandeld over de Matthiasweg naar het uiteindelijke einddoel van vandaag Lützkampen. Bij de laatste huizen van het dorp gaat het naar links en vervolgens weer het eerste pad naar links. Opnieuw kun je genieten van mooie vergezichten. Het asfalt verdwijnt uiteindelijk en je komt terecht in de bossen van het dal van, opnieuw, het riviertje de Irsen. Na dit riviertje te zijn overgestoken volgt een klim over een asfaltweggetje naar de bebouwde kom van Lützkampen. Boven aangekomen, bij een kruispunt met een autoweg, vind je aan je rechterhand een ‘boerderij’. Desgevraagd werd het ons toegestaan te gaan kamperen op een prima Wiese (weitje) schuin links voor je aan de overkant van de weg.

– Kamperen op een Wiese in Lützkampen –

Helaas, helaas, ook hier geen café, werd ons gezegd! Maar dat blijkt na enig eigen onderzoek anders te liggen. Wandel je het dorp in tot bij de kerk, dan tref je bordjes aan die de weg wijzen naar een Biergarten. Dat ‘café’ blijkt een paar honderd meter verderop te liggen, net iets buiten de bebouwde kom. Prima ontvangst daar, ook al is men gesloten. En voor de avond neem je gewoon wat lekkere drankjes mee naar het kampterrein.

Dag 4: Van Lützkampen naar Stupbach (9 km)

De laatste dag van deze voettocht door het mooie gebied van de Südeifel volgen we een eigen route naar het eindpunt Stupbach.

– De wijde vallei van de Irsen bij Lützkampen –

Je keert nog even terug in het dal van de Irsen en wel over hetzelfde asfaltweggetje waarover je gistermiddag hier bent aangekomen. Beneden steek je de Irsen over en je volgt dit meanderende beekje, naar links toe, over een bospad, op de kaart aangeduid met nr. 96. Het mooie bospad komt uit op een geasfalteerd weggetje, nr. 104, waar je weer naar links gaat, de heuvel op. Er zijn hier brede grasbermen, dus je kunt toch nog onverhard lopen. Boven aangekomen kom je weer op een autoweg uit in het gehucht Auf dem Bock.
Hier ga je rechtsaf en je wandelt langs de autoweg tot het zeer nabije eerste kruispunt. Daar ga je linksaf en nog vóór de bebouwing van het gehucht ga je rechtsaf een onverhard pad op, dat langs de bosrand langzaam afdaalt in, opnieuw, een fraai beekdal. Intussen ben je weer gearriveerd op de route van de inmiddels bekende lokale rondwandeling aangeduid met een witte W in een wit rondje op een blauwe ondergrond, waarover je immers de eerste dag bent vertrokken. De route verder is dus simpel: gewoon de W’s volgen en je komt vanzelf in Stupbach uit.
Maar voor het zover is wandel je nog een stukje naar beneden en naar boven door het zwaar beboste dal van een zijbeek van de Seisbach. Weer boven aangekomen arriveer je bij de horeca-uitspanning Gasthaus/Pension Loch, onder leiding van een Nederlands echtpaar. Goed voor een heerlijk kopje ochtendkoffie én voor een mooi uitzicht op het dal van het riviertje de Our, waar je straks naar toe zult gaan.

– Dreigende luchten boven het dal van de Our –

Het W-pad volgend loop je nog een tijdje over een onverhard pad door het bos, maar spoedig bereik je een kruispunt met geasfalteerde weggetjes. Vanaf hier ga je geasfalteerd naar beneden, richting Stupbach. Gedurende ongeveer een kilometer kronkel je over zwarte ondergrond heuvelafwaarts. Na enige scherpe bochten te hebben genomen passeer je aan je rechterhand twee panden, waarna je op de eerstvolgende kruising linksaan houdt. Het gaat nu, nog steeds op het W-pad, weer heuvelop en je bevindt je al gauw op het hoogste punt, waar je weer naar rechts gaat. Alweer kun je genieten van fraaie uitzichten op het dal van de Our. Na opnieuw rechtsaf geslagen te zijn wordt het W-pad gelukkig weer onverhard, en je daalt door een bos langzaam af naar het Our-dal. Onderweg naar Stupbach krijg je nog twee mooie uitzichtpunten voorgeschoteld.

– Stupbach in het dal van de Our –

En dan ben je weer beneden bij de geparkeerde auto’s. Zoals in het begin van dit verhaal gezegd kun je desgewenst in het iets verderop gelegen hotel-restaurant Zur alten Mühle met je tochtgenoten gastronomisch terugkijken op deze mooie vierdaagse voettocht door de Südeifel.

– – –

(copyright: JWE van de Poel)