Ondanks de corona-crisis organiseerden we in september 2020 tóch weer ons jaarlijks wandelweekend. Helaas moest het aantal wandelaars in verband met corona worden beperkt tot maximaal vier personen. We besloten het wandelweekend – ook al vanwege corona – in eigen land te houden en wel in het Rijk van Nijmegen. Met deze wandelbestemming is overigens niks mis. Integendeel, het heuvelachtige gebied rond Nijmegen biedt veel mogelijkheden om wandelingen van verschillende allure te maken. Een blik op de mooie, scheur- en watervaste topografische wandelkaart van het Rijk van Nijmegen van ‘tragepaden.nl’ (schaal 1:25.000) laat dat wel zien. Opnieuw kiezen we voor een vaste verblijfslocatie. Dit keer wordt het boerencamping ‘Op den Stuwwal’, ten zuiden van Groesbeek. Een kleine camping met 46 afgebakende standplaatsen – vooral bezet door caravans en campers – én een nieuw, en dus nog wat kalig, ‘trekkersveld’ in een recent aangeplante boomgaard. Schaduw gevende bomen zijn hier dus (nog) niet, maar vanaf het trekkersveld heb je wél een schitterend weids uitzicht op de glooiende weiden en akkers en daarachterliggende bossen rondom de camping. Op het grasveld, dat niet overal ‘waterpas’ is, vind je een kraan én een aansluiting voor stroom, mocht je daaraan behoefte hebben. Het sanitair van de camping ziet er mooi en goed onderhouden uit. Er is ook een keuken, waarin je niet alleen kunt afwassen, maar desgewenst ook kunt koken en zelfs gebruik maken van een oven. Ten slotte moet de gezellig ingerichte recreatieruimte worden genoemd, die in de nazomer van 2020 vanwege ‘corona’ tot op zekere hoogte buiten gebruik was, maar waar je desondanks wél televisie kon kijken of schuilen voor regen of avondlijke kou. Eigen consumpties meenemen! Je kunt vanaf de camping onmiddellijk op pad!
We maken dit weekend drie wandelingen. We starten met een middagwandeling van 12 kilometer in de omgeving van de camping, waarbij de prachtige natuurgebieden Sint Jansberg en Mookerheide worden aangedaan, beide liggend op de stuwwal uit de laatste ijstijd. De volgende dag volgen we de 16 kilometer lange, reliëfrijke Natuurwandelroute ‘N70’ bij Berg en Dal. De laatste dag volgt dan nog een zeven kilometer lange wandeling door het mooie natuurgebied van de Overasseltse en Hatertse Vennen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is in het Rijk van Nijmegen zwaar gevochten, met name gedurende de bekende militaire operatie Market Garden in september 1944. Overal in het gebied vind je daarom oorlogsmonumenten en informatiebordjes om je daaraan te herinneren. In september vinden ook officiële herdenkingen plaats. Daarnaast word je op je pad regelmatig door middel van informatiebordjes op de hoogte gesteld van de natuur en bijzondere natuurverschijnselen in je omgeving. Erg leerzaam allemaal!
Dag 1: Sint Jansberg en Mookerheide (12 km)
Boerencamping ‘Op den Stuwwal’ ligt in de provincie Gelderland, maar de grens met de provincie Limburg is dichtbij. De natuurgebieden die we vanmiddag zullen bezoeken – de Sint Jansberg en de Mookerheide, beide beheerd door Natuurmonumenten – zijn alle twee in Limburg gelegen. We volgen een zelfontworpen route, gebruik makend van de vele ‘officiële’ wandelroutes in dit gebied, die deels ook op de reeds genoemde stafkaart staan ingetekend. De wandeling verloopt vrijwel geheel over onverharde paden! Mooi dat dat nog kán in Nederland!
We verlaten de camping via de officiële ingang aan de Klein Amerika-weg en gaan linksaf en onmiddellijk wéér linksaf een veldweg op. Op het kruispunt vind je een oorlogsmonument, herinnerend aan de grootschalige luchtlandingen die op 17 en 18 september 1944 op de omliggende velden plaatsvonden in het kader van de operatie Market Garden. De veldweg eindigt op de Zevendalsebaan, die hier de provinciegrens tussen Gelderland en Limburg vormt. Je gaat even rechtsaf en onmiddellijk weer linksaf om het zeer bosrijke en sterk geaccidenteerde natuurgebied Sint Jansberg te betreden via de Apostelweg. Je volgt vanaf hier enige tijd het tracé van het Pieterpad. Met het Pieterpad ga je na 500 meter linksaf en je loopt, over een geleidelijk klimmend bospad, de Kiekberg (77m) op.
Het bospad kronkelt door het fraaie woud en komt uiteindelijk uit bij de dam in de Molenbeek. Achter de dam vind je een idyllisch, fotogeniek vennetje. Je steekt de dam over en verlaat het Pieterpad. Via de Sint Maartensweg, een slingerend bospad over de flanken van het diepe dal van de Molenbeek, daal je af door het prachtige bos van de Sint Jansberg, tot je uitkomt bij de autoweg van Nijmegen naar Venlo. Daar kun je desgewenst restaurant De Plasmolense Hof benutten voor een horecastop. Maar het loont de moeite om ter plekke éérst nog even naar boven te klimmen, naar de Romeinse villa Plasmolen. De fundamenten van deze gigantische villa uit de Romeinse tijd worden aangegeven door in metalen hekwerken gestapelde stenen. Een informatiebord zorgt voor de nodige verduidelijking.
Bij het iets verderop gelegen pannenkoekenrestaurant Den Tol ga je rechtsaf de Kiekbergsebaan op. Vrijwel onmiddellijk ga je, linksaf, een bospad op: de Molenweg. Dat pad komt na korte tijd uit op de Zevendalseweg. Vervolgens brengt het eerste pad aan je rechterhand je weer terug op de Apostelweg. Je loopt vanaf hier een tijdje over het parcours van het Maas-Niederrheinpad (geel-rode strepen). Eerst wandel je, geleidelijk klimmend, langs de rand van het mooie Zevendal, een in de ijstijd gevormd dal tussen de Sint Jansberg en de Mookerheide. Na een paar honderd meter steek je, linksaf gaand, het Zevendal over richting de Mookerheide. Je komt uit op een verhard fiets/wandelpad, dat je naar links toe volgt. Je kunt hier van een prachtig doorkijkje genieten op de markante bocht in het Zevendal.
Al snel verlaat je dit fiets/wandelpad weer. Rechtsaf gaand krijg je, toch wat onverwachts, een steil afdalend bospad voor de voeten, waar je voorzichtig moet lopen, zeker bij een natte ondergrond. Dan klim je weer omhoog naar de Mookerheide. Gedurende twee oorlogen is hier hevig gevochten: in de Tweede Wereldoorlog én in de Tachtigjarige Oorlog. Maar tijdens de Tachtigjarige Oorlog was de Mookerheide veel uitgestrekter dan nu. In 1574 moest een leger onder leiding van Lodewijk en Hendrik van Nassau het in de Slag op de Mookerheide afleggen tegen een Spaans leger, dat daarvoor het Beleg van Leiden even had onderbroken. Lodewijk en Hendrik overleefden dat niet!
Aangezien je de op de stuwwal gelegen Mookerheide op een laag punt hebt betreden, volgt een geleidelijke klim over deze prachtige heide ‘naar boven’ toe. Daar wacht je een imposant uitzicht op het dal van de Maas en op het stadje Cuijk met zijn twee markante kerktorens. Door een hek verlaat je heide weer en je komt al snel op een parkeerplaats terecht voor bezoekers van de Mookerheide. Vanaf hier volgen we weer een eigen route. We gaan naar links over de onverharde Hendrik van Nassaulaan. Onderweg word je opnieuw onverwachts geconfronteerd met een zeer steile afdaling! Daar waar het bos aan je linkerhand overgaat in een akker, ga je rechtsaf een bospad op: de Lodewijkstraat, later Plaggenweg. Je volgt dit, hier en daar smalle, rechttoe rechtaan-bospad door het mooie buurtschap Bisselt, tot je uitkomt op de Bisseltsebaan op de grens tussen Limburg en Gelderland. Bijna halverwege steek je nog een asfaltweg – de Bracamonteweg – over. Op de Bisseltsebaan naar links gaand, wandel je langs ‘Boskapel de Biesselt’ – met informatiebord – in de richting van de intussen welkome horecauitspanning Het Zwaantje aan de Groesbeekseweg.
Na een eventuele horecastop alhier keer je weer terug naar de Boskapel, alwaar je linksaf het bos en tevens weer de provincie Gelderland ingaat. Vervolgens ga je het eerste bospad aan je rechterhand op, dat na een tijdje uitkomt op een door geboomte omsloten weitje. Wanneer je het weitje, linksaf en rechtsaf gaand, bent overgestoken betreed je opnieuw de velden waar in september 1944 grootschalige luchtlandingen hebben plaatsgevonden. De eerste veldweg naar links volgend, kom je bij een monument, bestaande uit een ‘replica in buizen’ van een Waco Glider-zweefvliegtuig van het Amerikaanse leger, opgesteld naast een heuse wijngaard. Een imposant monument, zoveel is zeker! Daarna wandel je naar de Klein Amerika-weg en via deze weg terug naar camping ‘Op den Stuwwal’. Al met al een uiterst fraaie en leerzame middagwandeling.
Dag 2: Natuurwandelroute N70 te Berg en Dal (16 km)
Aan de noordrand van de stuwwal tussen Nijmegen en de Duitse grens vind je een prachtige wandelroute met een opmerkelijke aanduiding: de N70. De letter N staat voor ‘natuurwandelroute’ en het cijfer 70 voor het jaar 1970, in die tijd het natuurbeschermingsjaar. We zijn hier in de gemeente Berg en Dal en die naam geeft goed aan waar het bij de N70-natuurwandelroute om gaat: bergen en dalen. De 16 kilometer lange wandelroute – een rondwandeling – volgt de rand van de stuwwal en loopt door bosrijk gebied over acht ‘bergen’ en tussenliggende ‘dalen’. Dit houdt in dat er onderweg regelmatig, soms stevig, geklommen moet worden en sommige afdalingen zijn zeker ook aan de steile kant. Kortom, de N70 levert zeker geen ontspannen boswandeling op. Overigens zijn er niet alleen maar bossen op de route. De N70 passeert ook grazige weitjes, slingert tussen de bebouwing van het dorp Beek door en raakt even de bebouwde kom van Nijmegen. Het heuvelachtige landschap levert hier en daar prachtige vergezichten op over de polders, de uiterwaarden en het rivierenlandschap van de Waal. De N70 is een populaire wandeling, wat betekent dat je moet rekenen op aardig wat medewandelaars en zelfs hardlopers op de route. Maar echt hinderlijk is dat niet. Onderweg zijn er op gepaste afstanden horecabedrijven, waar je een aangename rustpauze kunt houden. Je loopt grotendeels op onverharde paden.
Op het internet kun je vele beschrijvingen van de N70-natuurwandelroute vinden. Wij maakten gebruik van de beschrijving die is te vinden op de internetsite van staatsbosbeheer.nl. Je krijgt dan in PDF een VVV-routeboekje met een globale plattegrond, routebeschrijving, foto’s, diverse startpunten, een opsomming van horecabedrijven en allerlei andere wetenswaardigheden. Gemakkelijk in boekvorm uit te printen. De plattegrond is niet geschikt om op te lopen. Maar dat geeft niet, want de N70-route is onderweg uitstekend aangegeven door middel van paaltjes met een groene kop, soms met de aanduiding N70. En met de eerdergenoemde stafkaart van het Rijk van Nijmegen in de hand, kun je je prima oriënteren. Vreemd genoeg staat de N70-route echter niét op deze stafkaart ingetekend! Wij kiezen als startpunt hotel-restaurant ’t Spijker in het dorp Beek. Achter het hotel kun je je auto bij een supermarkt kwijt.
Hotel ’t Spijker heeft al een 250-jarige geschiedenis en is in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd. Ter plekke is een informatiebord. Wanneer je de N70 met de wijzers van de klok mee loopt, start je met het oostelijk deel van de route. Eerst wandel je nog even door de bebouwde kom van Beek en ga je over de Van Randwijckweg de heuvel op, tot voorbij de laatste woning aan je linkerhand. Daar waar de autoweg een flauwe bocht naar rechts maakt, gaat het N70-pad – nu onverhard – naar links. Door het bos daal je af, het Keteldal in. Je komt uit bij een opmerkelijke, historische en fotogenieke wegwijzer, die aangeeft dat in vroeger tijden hier de grens tussen Nederland en Duitsland was.
De N70 betreedt vervolgens het indrukwekkende natuurgebied van de ‘Duivelsberg’. Na een stevige klim kom je uit bij een prachtig in de bossen verscholen weitje met zogenoemde ‘vlechtheggen’, de Assekuul.
Vanaf hier daal je de stuwwal geleidelijk weer af, tot je bijna bij de bewoonde wereld bent. Daar begint opnieuw een klim, volgens de routebeschrijving naar de ‘Kleverberg’ ditmaal. Het is wellicht beter te spreken van de ‘Wylerberg’, want het huisje dat je al snel passeert draagt deze naam en ook de stafkaart geeft aan dat je hier op de Wylerberg bent. In het huisje is nu de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap gevestigd. De voortuin staat tjokvol met allerlei beeldjes van onder meer kabouters en dieren. Ook hier vind je een informatiebord. Op de Wylerberg krijg je het eerste mooie vergezicht van vandaag te zien, en wel over de ‘Duffelt’, de laag gelegen streek tussen Nijmegen en de Duitse stad Kleef, oostelijk van de bekende Ooijpolder.
Na een nieuwe afdaling, die je bij de druk bereden Rijksstraatweg brengt, begint de klim naar de bekende Duivelsberg, met zo’n 76m het hoogste punt van de N70. Ter plekke vind je de restanten van twee ‘motten’, kunstmatige heuvels, behorend bij de verdwenen burcht Mergelpe. Vanaf de meest noordelijk gelegen en kleinste heuvel kun je opnieuw van een fantastisch uitzicht genieten op de Duffelt. In de verte ontwaar je zelfs de heuvels van Montferland met het torentje van het dorp Hoch Elten! Een welkome rustpauze zou je kunnen houden op de terrassen van het nabijgelegen pannenkoekenrestaurant De Duivelsberg.
Vervolgens kronkelt de N70 op aangename wijze langs weiden en door bossen, pal op de grens tussen Duitsland en Nederland, te herkennen aan bescheiden stenen grenspalen. Het in de routebeschrijving beloofde uitzicht op de kerktorens van de Duitse dorpen Wyler en Kranenburg en op het heuvelland van Kleef hebben wij – wellicht door het geboomte rond de velden – niet aangetroffen. Wel passeerden we, links van het pad, ‘De Heksendans’, een met water gevulde leemkuil waar mensen ooit leem hebben gewonnen. Een informatiebord leert onder meer dat hier in de 19e eeuw een dienstmeisje dood is gevonden. Een en ander wordt toegelicht door middel van een luguber gedicht ‘Moord op de Duivelsberg’! Uiteindelijk kom je uit in de buurt van de parkeerplaats ‘Duivelsberg’ bij het buurtschap Holdeurn aan de Oude Kleefsebaan.
Vanaf hier slingert een hooggelegen pad langs de flanken van het diepe dal van de Filosofenbeek. Uiteindelijk daal je via een steil bospad af in het dal. Het is en blijft geweldig wandelen in deze omgeving! Na nog wat klimmen en dalen ben je weer terug in het Keteldal in de buurt van de historische wegwijzer. Je steekt de Van Randwijckweg over en je begint aan het westelijk deel van de N70.
Het geaccidenteerde bospaadje kronkelt hier sterk door de bebouwing van het dorp Beek, maar vrijwel nergens heb je het idee dat je door een dorp loopt. De bebouwing bestaat hier overigens grotendeels uit vrij luxueuze vrijstaande woningen. Je passeert de ‘Toscaanse villa’ en komt uiteindelijk uit op een asfaltweggetje. In de buurt van het verderop gelegen verpleeghuis ‘Kalorama’ wandel je de bossen van de ‘Heerlijkheid Beek’ in en wordt het pad weer onverhard. Na de nodige kronkels in het hooggelegen pad kom je – in de buurt van ‘’t Huis te Schengen’ – uit bij het uitzichtpunt ‘Wolfsheuvel’, vanwaar je, over het voor je liggende Oliemolendal heen, een mooi vergezicht hebt op de in de diepte gelegen markante kerk van Persingen, naar het schijnt het kleinste dorp van Nederland. Daarachter kijk je op de fraaie Ooijpolder. In de verte zie je zelfs de Veluwezoom en de bebouwing van Arnhem. Niet ver van het uitzichtpunt kun je aangenaam pauzeren bij het Fletcher Parkhotel Val Monte, eveneens voorzien van een prima terras mét mooi uitzicht op de omgeving!
Weer terug op de route wandel je tussen de Stollenberg en de Boterberg door, op weg naar het Hengstdal. Onderweg toch nog een klein stukje asfaltweg. Het Hengst’dal’ oogt wat minder spectaculair dan verwacht. Je bent hier aan de rand van de bebouwde kom van Nijmegen beland. Je passeert restaurant Tante Koosje, een nieuwe en tevens laatste mogelijkheid voor een horecapauze. Vanaf dit punt gaat de N70 weer terug naar Beek. Net als je gaat denken dat dit deel van het parcours toch wat minder aantrekkelijk is dan het reeds gelopen deel kom je, al afdalend, terecht in de ‘Elyzeese Velden’, oftewel de ‘oorden van gelukzaligheid’. Het gaat in feite om fraai gelegen, door bossen omzoomde, glooiende akkers en weiden. Opnieuw is het schitterend wandelen hier.
Ten slotte staat de laatste berg op de N70 route, de beboste Ravenberg, op het programma. Ook nu is het weer flink klimmen geblazen. De afdaling brengt je in het van een stromend beekje voorziene Kastanjedal. De naam zegt het al, je treft hier reusachtige kastanjebomen aan. Door het dal wandel je, over een geaccidenteerd pad, terug naar de bebouwde kom van Beek. Bij een waterrad met vijver en het beeldje ‘Het Wasvrouwtje’ ben je weer terug op de Rijksstraatweg in Beek. Het vertrekpunt Hotel ’t Spijker is, naar rechts toe, niet ver meer. Einde van een bijzonder mooie en af en toe toch wel inspannende route op de rand van de stuwwal.
Dag 3: Overasseltse en Hatertse Vennen (7km)
Het wandelweekend sluiten we af met een niet al te lange wandeling door een ander schitterend natuurgebied in het Rijk van Nijmegen: de Overasseltse en Hatertse Vennen, in beheer bij Staatsbosbeheer. Hier vind je geen heuvels meer met fraaie vergezichten, maar wél prachtige rivierduinen, vennen, heide en bos. In totaal telt men hier 28, allemaal van een mooie naam voorziene vennen. Ook tref je in dit gebied kleine akkers aan, weilanden en gemengde bosjes met veel kruidachtige planten. Kortom, een prachtig natuur- en wandelgebied dat natuurlijk ook populair is bij de inwoners van het nabijgelegen Nijmegen en omliggende dorpen. Je zult hier dan ook vast niet de enige wandelaar zijn.
We volgen, over onverharde paden, de ‘gele paaltjes-wandelroute’ van bijna zeven kilometer door dit natuurgebied en starten bij de parkeerplaats aan de Oude Nijmeegseweg. Die vind je door op de snelweg A73 tussen Nijmegen en Venlo de afslag Nijmegen-Dukenburg te nemen en vervolgens over de Staddijk naar het vennengebied te rijden. Op de parkeerplaats is een informatiebord met plattegrond aanwezig. Met de wijzers van de klok meelopend kom je al snel terecht bij het eerste ven op de route, prachtig gelegen tussen de door bos omzoomde heidevelden. Opvallend is de waterstand, die wat aan de lage kant lijkt. Maar fraai zijn de doorkijkjes op het rust uitstralende ven. Dit beeld herhaalt zich de verdere route vele malen. Je steekt de door dit gebied lopende autoweg – de Sint Walrickweg – over en je krijgt ook uitzicht op de nabije snelweg. Enige geluidsoverlast is hier, afhankelijk van de windrichting, niet uitgesloten, maar echt storend wordt het niet. Het geluid verdwijnt weer naarmate je dieper in het natuurgebied doordringt.
Dan maken de heide en vennen opeens plaats voor de reeds genoemde weitjes en akkerlanden. Maar je blijft op onverharde paden wandelen in een aangenaam ogend coulisselandschap. Je raakt aan de verharde Donderbergweg, een autoweg, waar je een gebouw van Staatsbosbeheer aantreft. Dan gaat het weer ‘terug’ het vennengebied in. Op de heide treffen we een indrukwekkende schaapskudde aan, die ervoor zorgt dat de heide niet dichtgroeit. De gele paaltjesroute verzuimt een nabij gelegen fraai uitzichtpunt aan te doen, midden in het vennengebied. Je kunt de heuvel echter niet missen en het loont zeker de moeite om die even te beklimmen. Je vindt er rustbanken.
Voor een horecastop kun je terecht bij restaurant Sint Walrick, iets verder op de route. De naam Sint Walrick (Walricus) komt af van een, later tot heilige gepromoveerde, rover die hier rond 727 de streek onveilig maakte, maar zich later bekeerde, omdat Willibrord zijn zieke dochter wist te genezen. Zijn mederovers pikten dat niet en brachten vader en dochter om. Deze plek werd daarom later een bedevaardsoord. Getuige hiervan zijn de nabijgelegen ruïne van de Sint-Walrickkapel – een rijksmonument – en de van vele hangende lappen voorziene ‘koortsboom’, waar koortslijders genezing konden en nog steeds (?) kunnen vinden. Iets verderop loop je langs het uitgestrekte kampeerterrein van Scouting Nederland, vroeger het hoofdkampeerterrein van de Katholieke Verkenners.
De route passeert vervolgens nog een paar prachtig gelegen vennen – met name het laatste, door hoge zandwallen omringde ven is bijzonder fraai gelegen in een bosrijk landschap – om vervolgens terug te keren op de parkeerplaats van het vertrekpunt. Al met al een mooie afsluiting van een geslaagd wandelweekend.
– – –
(Copyright: JWE van de Poel)