Lienne

De Lienne is een van de minder bekende Ardeense riviertjes. Anders dan menig ander riviertje heeft de Lienne geen eigen bron (‘source’). De Lienne is niet meer dan het product van de samenvloeiing van enige beekjes, iets ten zuiden van het dorp Lierneux. Dat dorp ligt op zijn beurt ongeveer 10 kilometer ten westen van het bekendere plaatsje Vielsalm in de Belgische provincie Liège (‘Luik’). Het riviertje de Lienne heeft zijn naam gegeven aan een langeafstandwandelpad, de GR 578. Dat pad start in het dorp Gouvy aan de Belgisch-Luxemburgse grens, en eindigt 110 kilometer verder in het aan de Amblève gelegen toeristenplaatsje Remouchamps. Slechts 50 kilometer wandel je op deze tocht feitelijk langs of in de buurt van het riviertje de Lienne, dat bij ‘Pont de Targnon’ in de Amblève stroomt. Deze wetenschap is overigens slechts voor de statistici onder ons, want het Sentier de la Lienne is van het begin tot het eind een fantastisch wandelpad, óók zonder de Lienne.

– Vallée de la Lienne –

Natuurlijk, de streek is minder toeristisch dan de dalen van de Amblève en de Ourthe, hetgeen zich vertaalt in het spaarzaam aanwezig zijn van campings, winkels, horecabedrijven en geldautomaten. Maar dat is voor velen nu juist ook het aantrekkelijke van deze streek. Wandelaars op dit sentier zullen zich dus moeten voorbereiden op kamperen bij de boer of in het wild – hetgeen in de praktijk geen grote problemen geeft – en zij zullen ook de nodige etenswaren moeten meesjouwen.

In de buurt van Gouvy slingert de GR 578 nog door een tamelijk vlak, doch niet onaantrekkelijk landschap met bossen en weiden. Maar elke volgende dag wordt de omgeving waar je doorheen trekt meer geaccidenteerd en neemt het aantal fraaie vergezichten toe. De afwisseling van bos en weiden blijft en regelmatig passeer je kleine dorpjes. Opvallend is dat het Sentier de la Lienne in vergelijking met andere sentiers in de Ardennen relatief weinig van asfalt gebruik maakt. Natuurlijk zijn er hier en daar de onvermijdelijke stukjes geteerde ondergrond, maar je wandelt toch hoofdzakelijk over bospaden, grasbanen, karrensporen en andere onverharde paden, die af en toe trouwens best wel ‘stenig’ kunnen zijn. Een ander punt van aandacht is de ondergrond in deze contreien, die soms te wensen overlaat wat betreft de waterdoorlatendheid. In tijden met veel regenval ontstaan op veel plekken op je pad ware moddermeertjes en -paden, die het wandelen op den duur tot een echte beproeving kunnen maken.

– Drassig sentier bij Hierlot –

De totale GR 578 laat zich in alle redelijkheid niet bewandelen in vier wandeldagen, inclusief de heen- en terugreis. Voor de meeste wandelaars met rugzak en tent is de afstand van 110 kilometer daarvoor te groot. Daarom wordt hieronder een vierdaagse, 70 kilometer lange, voettocht beschreven met als vertrekpunt het bekende dorp Trois Ponts aan de spoorlijn tussen Luik en Luxemburg. Via een eigen route wandel je naar het Sentier de la Lienne, dat je vervolgens helemaal volgt tot het einde, met dien verstande dat je als einddoel niet Remouchamps, maar het ietsje verderop gelegen Aywaille moet nemen. In dit dorp is namelijk een station, waar je trein terug naar Trois Ponts kunt nemen. Vertrektijden vind je op het internet.
Wil je toch het gehele pad – vanaf Gouvy – bewandelen, dan dien je daarvoor twee volle dagen extra te nemen. Maar je kunt in de buurt van Lierneux desgewenst ook een afsteker maken, die je zo’n 17 kilometer bespaart. Dan is één extra dag voldoende. Deze laatste, 93 kilometer lange, vijfdaagse variant wordt hieronder eveneens beschreven. Gouvy ligt ook aan de genoemde spoorlijn tussen Luik en Luxemburg.

De GR 578 is opgenomen in de Nederlandstalige topogids, waarin ook de sentiers van de Amblève en de Salm worden beschreven. Onderweg wordt de route meestal goed aangegeven met de bekende GR-rood-witte strepen.

Landschappelijke hoogtepunten zijn op het Sentier de la Lienne moeilijk aan te geven. Zoals gezegd mag de gehele route er zijn vanwege de landelijke rust en de vele vergezichten die je op je pad voortdurend ontmoet. Echt bijzonder is het uitzicht op het dal van de Lienne vanaf de hoogten bij het dorpje Hierlot, op je eerste of tweede dag. De volgende dag is vooral de omgeving van het dorpje Bra en het pad door de steeds nauwer wordende vallei van de Lienne zeer de moeite waard. Weer een dag later worden de panorama’s op de dalen van de Lienne – en later van de Amblève – steeds imposanter. Op je laatste, bosrijke, wandeldag kun je op een tweetal plaatsen nog genieten van fraaie uitzichten op het Amblève-dal. Je hebt de Lienne dan al ver achter je gelaten.

Dag 1: Van Trois Ponts naar Hierlot (12 km)

Bij het station van Trois Ponts is voldoende ruimte om eventueel je auto te parkeren. Via een ‘eigen route’ wandel je zo gericht mogelijk naar het officiële Sentier de la Lienne. Deze route loopt via het enige kilometers verderop gelegen mooie dorpje Basse-Bodeux. Om daar te komen loop je eerst van het station naar het centrum van Trois Ponts. Op een druk kruispunt aangekomen sla je linksaf en je wandelt over de brug over het riviertje de Salm, een zijriviertje van de Amblève. Je volgt deze langzaam stijgende drukke winkelstraat een paar honderd meter – je passeert onderweg aan je rechterhand een supermarkt – en gaat dan rechtsaf een zijstraatje in, waarna je onmiddellijk weer linksaf gaat, opnieuw een zijstraatje in. Uiteindelijk kom je uit bij een bruggetje over het beekje de Bodeux. Je steekt het bruggetje over en volgt het pad dat al snel onverhard wordt. Aan je linkerhand tref je een kinderspeelplaats aan met ligweiden. Het wandelpad waarop je je nu bevindt voert door de beekvallei rechtstreeks naar het ongeveer vier kilometer verderop gelegen Basse-Bodeux. Het is rustig en aangenaam wandelen op dit geaccidenteerde pad langs de beboste dalwand. In de buurt van het dorp is het pad weer geasfalteerd.
Wanneer je in Basse-Bodeux bent aangekomen – op een viersprong van geasfalteerde wegen – steek je recht over en je arriveert bij een café, waar je een eerste horecapauze zou kunnen houden. Het is daar wellicht nog wat vroeg voor, maar de rest van deze dag zul je geen café’s meer aantreffen op je pad. Het aardige centrum van Basse-Bodeux ligt wat verder naar rechts. Ook daar is trouwens een café te vinden.
Na de facultatieve horecastop wandel je ruim één kilometer langs de geleidelijk stijgende autoweg naar Bra en Lierneux. Een paar honderd meter nadat je de laatste huizen van Basse-Bodeux achter je hebt gelaten komt in een bocht naar links een asfaltweggetje van rechts op deze autoweg uit. Vanaf dat punt is het nog ruim 500 meter lopen naar een verhard zijpad, dat naar links een valleitje induikt. Je volgt dit dalende pad, dat al snel onverhard wordt en richting een maïsveld voert. Hier is het een beetje uitkijken geblazen. Met enige moeite lukt het je om het maïsveld linksom te ronden, waarbij je af en toe wat prikkeldraad naar beneden moet trekken om een veilige oversteek mogelijk te maken. Je komt uit op een weide die je naar rechts, steeds verder het beboste valleitje in, volgt. Uiteindelijk steek je, over een wat verborgen liggend bruggetje, een beekje over en je volgt een niet al te duidelijk ‘voetpad’ schuin rechts naar boven toe. Door ruig terrein wandelend arriveer je al spoedig op het officiële Sentier de la Lienne en wel in het gehucht Reharmont. Herkenningspunt is hier een uit de 19e eeuw daterende kapel, gewijd aan Sint Remaclus. Door een ruitje in de deur kun je het interieur bewonderen. Je gaat hier rechtsaf.

– De mooie eigen aanlooproute bij Basse-Bodeux –

Al snel verwissel je het asfalt weer voor onverharde veld- en boswegen en je volgt de vertrouwde rood-witte GR-markeringsstrepen. Die brengen je na een kleine twee kilometer bij de Hoeve van Noirefontaine. Negeer onderweg – na het oversteken van een asfaltweggetje – een bord ‘Accès interdit’. Je mag hier legaal wandelen. De hoeve heeft een kasteelachtige allure. Dat komt omdat delen van dit gebouw in vroeger tijden het zomerverblijf van de abt van Stavelot waren. Je loopt onder de poort door en je komt, steeds rechtdoor gaand, aan de achterkant van de hoeve, waar je nog een sierlijk torentje ziet.
Je wandelt nog even rechtdoor, maar op de eerstvolgende kruising ga je linksaf een bospad op. Het sentier slingert vanaf hier een tijdje door mooie bossen. Uiteindelijk kom je uit bij de Abri des Chasseurs (‘schuilhut van de jagers’), een tamelijk groot half-open houten bouwsel, waar je even kunt pauzeren. Je krijgt hier al een mooi uitzicht op de brede vallei van de Lienne. Het kerktorentje in de verte beneden je is van het gehucht La Chapelle, dat beschikt over een heuse Lourdesgrot.
Het einddoel van deze eerste wandeldag, het bescheiden dorpje Hierlot, is nu niet ver meer. Vlak vóór de eerste huizen van dit dorp tref je aan je rechterhand aardige weiden aan, waar je kunt kamperen met een fantastisch uitzicht op de brede Vallée de la Lienne, na daarvoor toestemming te hebben verkregen. Een kampvuur behoort ook tot de mogelijkheden van de eigenaar. Die woont in een van de eerste woonhuizen (niet: vakantiehuizen) van het dorp, wanneer je in het dorp rechtsaf bent geslagen en wel na ongeveer 100 meter, rechterkant van de weg. Er zijn in dit dorp géén foerageermogelijkheden en een café is er ook niet.

– Kamp op een weide bij het dorpje Hierlot –

Heb je (nog) geen zin in vrij kamperen maar wil je een camping met horeca, dan zul je vanaf de Abri des Chasseurs het dal in moeten wandelen naar La Chapelle en dan verder naar het dorpje Odrimont. Afstand: zo’n 2,5 kilometer. Het is maar waar je voor kiest !

Dag 2: Van Hierlot naar Neucy (23 km)

Hierlot ligt in het, hier tamelijk brede, dal van de Lienne, maar de ontmoeting met dat riviertje laat nog heel even op zich wachten. Je verlaat Hierlot over een veldweg, die op sommige plaatsen tamelijk vochtig kan zijn. Omlopen over het aangrenzende, hoger gelegen, weiland is dan een goed alternatief. Het pad wordt smaller en smaller tussen bomen door en plotseling komt de Lienne je kabbelend van opzij tegemoet. Bij de iets verderop gelegen Pont de Chaille steek je de Lienne over en kruis je, schuin naar links toe, de autoweg naar Lierneux. Vrijwel onmiddellijk begin je over een stijgend pad langs een recent gekapt bos aan een forse klim uit het rivierdal. Er zijn leuke uitzichten op de beboste heuvels en je merkt dat je hier in een afgelegen gebied bent.
Boven aangekomen sla je rechtsaf en volg je enige tijd een vrijwel horizontaal lopend pad langs de bosrand. Na een tijdje gaat de GR vrij steil naar beneden, een nieuw beekdal in. Als het goed is, zie je in de verte reeds het dorpje Bra liggen, maar het duurt nog even voor je daar bent. Je kunt hier van fraaie uitzichten genieten op het bosrijke heuvelland. Na wat omzwervingen stuit je op een autoweg met in de berm een opvallende kapel: de Chapelle du Rond Buisson. Nadat je de weg bent overgestoken, wandel je min of meer horizontaal met weidse uitzichten naar het dorpje Bra toe. In de bebouwde kom aangekomen moet je nog even naar links, zodat je als het ware langs de rand van het dorp loopt, maar al snel arriveer je in het centrum van Bra, bij de kerk. De toren van deze kerk schijnt ooit deel te hebben uitgemaakt van een burcht ! In het dorp vind je op verschillende plekken fraaie huizen. Het hoogtepunt is echter het kasteel met riante toegangspoort, in de Tweede Wereldoorlog enige dagen gebruikt als militair hoofdkwartier van de geallieerden. De betreffende Amerikaanse generaal had wel smaak, dat moet gezegd!

Van Bra is het niet ver meer lopen naar de in de vallei van de Lienne gelegen Pont des Villettes. Opgepast … in het bos krijg je nog een tamelijk steile afdaling voor de voeten ! Bij de ‘pont’ is een café – sinds kort in eigendom bij Nederlanders – voor een welkome horecastop. Hopelijk zijn ze geopend, anders zul je zelf koffie moeten zetten. Dat kan iets verderop, als het Sentier de la Lienne de autoweg naar Trois Ponts weer, naar links toe, verlaat. De GR volgt vanaf hier de vallei van de Lienne en al snel heb je een fantastisch uitzicht op het steeds nauwer wordende, zwaar beboste beekdal.

– Op weg naar Tour de Bra –

De volgende tien kilometer van het Sentier de la Lienne, tot aan het eindpunt van vandaag, zijn grotendeels onverhard en gaan door een lieflijk landschap met veel natuur en weinig bebouwing. Je passeert het gehucht Trou de Bra, waar veel vakantiehuizen staan; terecht, want het is hier heel mooi en rustig. Na Trou de Bra verlaat je de vallei van de Lienne¬ kortstondig voor een ommetje over de heuvels naar het gehucht Grand Heid. Er moet weer even flink worden geklommen door het dichte woud. Ruim drie kilometer verder bereik je het hooggelegen dorpje, waar verder weinig te beleven valt. Ook hier tref je weer veel vakantiehuizen aan.
Dan volgt aan het slot van deze dag de afdaling naar het dal van de Lienne en kom je uit op een autoweg nabij de brug over de Lienne. Het heet hier Neufmoulin. Vlak over de brug vind je aan de weg een café, waar je een aardige avond kunt doorbrengen, mits je hier in de buurt een kampterreintje vindt. Het is niet onmiddellijk duidelijk van wie al die nabij liggende weitjes precies zijn en er zijn teveel huizen in de buurt om zomaar vrij te gaan kamperen. Een probleemloos, hooggelegen, maar niet al te horizontaal weitje vind je in het nabije dorpje Neucy. Om daar te komen volg je de stijgende autoweg naar rechts tot de afslag naar Neucy. Het weitje is dan vlak bij de eerste huizen aan je linkerhand.

Dag 3: Van Neucy naar Lorcé (20 km)

’s Ochtends pik je in Neucy de GR 578 weer op. Bij het vlakbij gelegen dorpje Les Forges ga je over een klein paadje linksaf, waarna je uiteindelijk de brug over de Lienne bereikt. In het aardige Les Forges is een café te vinden, alsmede een winkeltje. Dan begint, nauwelijks zichtbaar (!), rechts tussen twee huizen door een steil klimmend paadje de beboste heuvel op. Je bent op weg naar het hooggelegen dorp Chevron, dat je kort na het vertrek van je kampterrein al aan de andere zijde van het dal op de heuvel hebt kunnen zien liggen. De laatste paar honderd meter tot de bebouwde kom gaan weer over asfalt.
Wanneer je in Chevron het officiële pad blijft volgen maak je een ongeveer drie kilometer lang rondje ten westen van Chevron, waarna je weer terugkomt in het dorp. Dit rondje kun je dus ook afsnijden en eigenlijk is het vreemd dat een GR op deze wijze wordt ontworpen. Bij het dorp Bra, waar je gisteren liep, was ook al zo’n rondje in het parcours opgenomen. Langeafstandwandelaars willen graag een doorgaande tocht maken en geen lokale rondwandelingen ! Dit alles neemt niet weg dat beide rondjes er qua landschapsschoon zeker mogen zijn. Bij Chevron gaat de rondwandeling zelfs nog door een fraai beekdal heen, dat zorgt voor wat daal- en klimwerk. De stafkaart geeft aan dat je tijdens je rondwandeling rond Chevron een kasteel passeert aan je rechterhand. Dit kasteel is vanaf de weg echter niet te zien, maar iets verderop – bij een Y-splitsing – hebben de Nederlandse bewoners van een landhuis een ‘petite terrasse’ ingericht voor een prettige koffiestop mét mooi uitzicht op de omgeving.

– Sentier de la Lienne bij Chevron –

Dan gaat het vanuit Chevron in noordelijke richting, deels over onverharde paden en deels over een asfaltweggetje, hoog boven het dal van de Lienne. Je kunt hier genieten van weidse panorama’s. Bij het gehucht Bierlieux-Haut, waar in de buurt een camping is, gaat de GR, alweer op slinkse wijze, rechtsaf het hellingbos in over een smal paadje. Je daalt weer af in het nauwe en zeer fraaie dal van de Lienne. Na het gehucht Bierlieux-Bas bereik je bij een asfaltweg de brug over het riviertje, ‘Moulin de Rahier’. Als je de brug over bent gewandeld ga je de eerste asfaltweg naar rechts en na zo’n 150 meter wandel je dan linksaf gaand weer een onverhard pad op. Een stevig en bosrijk klimmetje wacht je naar het hooggelegen dorpje Meuville. Vanaf hier wordt je pad opnieuw panoramarijk. Je slingert links door het dorpje heen, maakt een scherpe draai naar rechts en je kijkt eigenlijk in twee rivierdalen tegelijk: de valleien van de Lienne en van de Amblève. Recht voor je ligt in de verte op de andere oever van de Amblève het hooggelegen dorp Stoumont (zie de Amblève-wandeling).

– Nabij de samenvloeiing van Lienne en Amblève –

Het Lienne-pad begint nu aan een langdurige afdaling, de vallei van de Amblève in. Het uitzicht op dit dal wordt er per gelopen meter fraaier op. Je wandelt vóór het dorpje Hierfomont langs. In dit dorpje is ook al een kasteel te bewonderen, maar het pad komt niet echt in de buurt. Wél is er bij dit dorp nog een kort, maar zeer steil afdalinkje te overwinnen. Daarna gaat het afwisselend over bospaden en asfalt steeds naar beneden tot je het punt bereikt waar de Lienne in de Amblève stroomt. Het heet hier ‘Pont de Targnon’ en aan de overkant van de Amblève vind je een aardige camping mét horeca. Overigens is iets stroomopwaarts aan de Lienne eveneens een camping te vinden. Als je meer luxe wilt kun je overwegen te overnachten in het oude stationshotel aan de Gare de Stoumont in Targnon, dat is opgeknapt als herberg/pension met taverne onder de naam “Porte de la Lienne”, en waarin vijf kamers worden verhuurd (zie ook www.portelienne.be).
Na een rustpauze ga je op weg voor de laatste etappe van deze dag. Let op, je keert weer even terug in de vallei van de Lienne ! Langs de beboste flanken van de vallei loop je grotendeels – twee korte stukjes ga je over de nabije autoweg – over een stijgend bospad in de richting van het hooggelegen dorp Chession. Onderweg passeer je een camping en kun je genieten van de laatste fraaie uitzichten op de vallei van de Lienne. Na Chession, waar je doorheen wandelt, laat je de Lienne definitief achter je en vervolg je het officiële sentier in de richting van het laatste dorp van vandaag: Lorcé. Ook hier is het weer een afwisseling van asfaltweggetjes en onverharde stukken sentier. Je daalt langzaam af in het beboste beekdal van de Ruisseau du Pouhon. De dalbodem bereik je in de buurt van de Ancien Moulin de Lorcé. Ook hier heb je weer een keuze. Volg je het officiële sentier, dan maak je nog een bosrijk ommetje door het dal van de Pouhon. Je kunt dit ommetje ook afsnijden door langs de stijgende asfaltweg direct naar Lorcé te lopen. Deze route is zeker de helft korter, maar je kunt natuurlijk ook auto’s tegenkomen.
Na een behoorlijke klim bereik je de bebouwde kom van het hooggelegen dorp Lorcé, dat niet beschikt over een winkel of een café. Als je langs de autoweg bent gelopen passeer je bij het begin van het dorp aan je linkerhand een boerderij. Deze boer schijnt zo ongeveer alle weiden rond Lorcé in eigendom te hebben, dus als je toestemming wilt vragen, moet je hier zijn.
Je kunt ook het pad door het dorp blijven volgen – langs de solitair gelegen kerk – om uiteindelijk je kamp op te slaan op een stukje ruige grond aan je linkerhand, juist vóór de bosrand. De eigenaar woont in het allerlaatste huis van het dorp en is bereid je van drinkwater te voorzien via een buitenkraan. Ook een kampvuur is hier geen bezwaar. Vanaf je kampterrein heb je een aardig vergezicht op de diepe vallei van de Amblève.

– Kamp bij Lorcé –

Dag 4: Van Lorcé naar Aywaille (15 km)

Het parcours van de slotdag van je tocht op het Sentier de la Lienne is zeer bosrijk. De panorama’s zijn daarom spaarzaam, maar aantrekkelijk. Slechts éénmaal moet er flink worden geklommen !
De GR 578 blijft aanvankelijk vrijwel horizontaal door bos- en weidelandschap gaan. Het pad is grotendeels onverhard en je komt al snel in de buurt van de autosnelweg tussen Luik en Arlon. Mogelijk heb je deze weg al een tijdje gehoord ! Zo’n 500 meter vóór de snelweg gaat het sentier rechtsaf het fraai beboste dal van de Belle Fohalle-beek in. Deze beek mondt uit in de Amblève, maar voor het zover is wandel je een paar kilometer, langzaam dalend over een stenig pad, door het dichte woud.

– Het mooie dal van de beek Belle Fohalle –

Vlak vóór je bij de Amblève uitkomt gaat het pad vrij plotseling links over de beek heen en je begint aan een korte klim. Al snel gaat het weer rechtsaf over een tamelijk horizontaal lopend smal bospaadje in het dal van de Amblève, hoog boven de rivier. Door het vele geboomte heb je geen vrij uitzicht op de Amblève, maar het bospad is er niet minder aangenaam door. Uiteindelijk daal je af tot rivierniveau en je bent in de buurt van een brug over de Amblève. Als je over deze brug gaat, kom je uit op de autoweg door het Amblève-dal, waar ook een bus rijdt naar Trois Ponts. Het heet hier Quâreux en je vindt hier in de Amblève talloze rotsblokken en bijbehorende stroomversnellingen (zie de Amblève-wandeling).
Maar ongetwijfeld kies je ervoor je voettocht pas in Aywaille te beëindigen. Het Sentier de la Lienne gaat vanaf hier – gelukkig niet al te lang – fors klimmen, het bos van Aywaille in. Onderweg kun je genieten van een fraai uitzicht op de dalen van de Amblève en haar zijbeek Chefna.

– Rustpauze met uitzicht op het Amblève-dal –

Je komt langs een zeer afgelegen woonhuis met bedrijfsgebouwtjes en wat weidegrond. Bèhé wordt deze opmerkelijke enclave in het woud genoemd. De GR maakt een bocht naar rechts, gevolgd door een scherpe bocht naar links en de stijging is al minder geworden. Over een aangename, brede onverharde bosweg wandel je in westelijke richting. Na zo’n anderhalve kilometer gaat het sentier naar rechts toe over een wat avontuurlijker parcours. Het bospad wordt smal en je komt uiteindelijk vanzelf uit in de ‘berm’ van de voornoemde autosnelweg, die je hier opnieuw goed kunt horen !
Je bent helaas genoodzaakt bij de snelweg ongeveer 500 meter naar links toe over een pad min of meer evenwijdig aan de snelweg te lopen tot je door een tunneltje onder de weg door kunt gaan. Aan de andere kant loop je – nu in tegengestelde richting – opnieuw zo’n 500 meter over een pad, evenwijdig aan de snelweg. Maar dan is het leed al snel geleden en verwijdert de GR zich langzaam maar zeker van de snelweg. Het is opvallend hoe snel het autogeluid in het bos verdwijnt !
Het pad wordt weer aantrekkelijk en blijft nog even bosrijk. Maar vlak voor het gehucht Henoumont kom je in open terrein terecht en krijg je een mooi panorama over de vallei van de Amblève voor de voeten. In Henoumont kom je uit op een splitsing van twee GR’s. Vanaf hier is het nog anderhalve kilometer lopen naar het centrum van het toeristenplaatsje Remouchamps, bekend van de grotten. Hier eindigt officieel het Sentier de la Lienne. Wij gaan echter zover niet mee, want ons einddoel is het treinstation van het nabij gelegen stadje Aywaille. Daarvoor sla je in Henoumont links af en volg je het parcours van het Sentier Ardennes-Eifel. Je loopt steeds maar rechtdoor over een onverharde panoramarijke veldweg. Later komt deze weg uit op een geasfalteerd weggetje dat je, steeds rechtdoor gaand, uiteindelijk brengt naar de drukke autoweg tussen Aywaille en Remouchamps. Daar wandel je linksaf en je krijgt een lawaaiige laatste kilometer voor de voeten, niet echt passend bij de rust die je hebt genoten op het prachtige Sentier de la Lienne. In het centrum van het stadje vind je allerlei horecabedrijven om de goede afloop van deze prachtige voettocht door een fraai en minder bekend stukje Ardennen te kunnen vieren !

– Gezicht op Aywaille –

Alternatief parcours voor de vijfdaagse voettocht (93 km):

Dag 1: Van Gouvy naar Langlire (12 km)

Je neemt de trein van Trois Ponts naar Gouvy. Trois Ponts ligt nog in een geaccidenteerd gedeelte van de Ardennen. In Gouvy heeft het heuvelllandschap echter plaats gemaakt voor een golvende hoogvlakte. Het eigenlijke plaatsje ligt iets van het spoor af. Het Sentier de la Lienne vertrekt vanaf het perron in noordelijke richting. Je steekt het spoor over en gaat onmiddellijk naar rechts. Al gauw kom je op een aantrekkelijke veldweg met mooie vergezichten uit. De spoorweg verdwijnt spoedig uit zicht en na een tweetal scherpe bochten in het veld kom je bij een bosrand. Daar gaat de GR 578 naar links. Op een gegeven moment kruist je landelijke pad een asfaltweg. Het heet hier Les Trois Croix. Inderdaad staan er in de wegrand drie crucifixen; voor liefhebbers iets interessanter zijn hier echter de resten van een antitankversperring uit de oorlog.
Je vervolgt het sentier steeds rechtdoor door een aantrekkelijk open landschap van bossen en weiden. Schuin rechts ontwaar je het dorpje Courtil, waar eventueel een horecastop kan worden gehouden. Het sentier laat het dorp echter rechts liggen. Uiteindelijk verwissel je het tot nu toe onverharde sentier voor een stukje geasfalteerde weg. Je kruist opnieuw een autoweg en gaat rechtdoor en vervolgens naar links in de richting van een omheind complex gebouwen. Ooit was dit een militaire nederzetting. Nu is het – kennelijk – een asielzoekerscentrum. Spoedig nadat het sentier weer onverhard is geworden, draai je naar rechts, om het afgesloten terrein heen, het bos in. Na ongeveer een kilometer maakt het pad een bocht naar rechts. Kort daarna ga je scherp naar links een bospad op. Je kruist het beekje Halleux en je krijgt een flink stuk onvervalste natuur voor je, bestaande uit bossen en met grassen begroeide, glooiende veengronden. Het is hier zeer aangenaam wandelen. Je bent echt in de hoge Ardennen, want je passeert de 565 meter hoogtegrens. Maar echt klimmen en dalen hoef je in deze contreien nog niet.

– Sentier de la Lienne bij Gouvy –

Uiteindelijk kom je vanzelf weer terecht in open weidelandschap. Vóór je ligt het dorpje Langlire, waar geen winkels of horeca-bedrijven zijn. Je zult hier vrij moeten kamperen of bij een boer. Wij troffen een vriendelijke boer. Om bij zijn boerderij te komen ga je vóór het kerkhof naar rechts en je neemt het eerste weggetje naar rechts. Je moet dan bij de eerste boerderij aan je linkerhand zijn. De boer wees ons een zeer aantrekkelijk kampterreintje langs de GR. Daar kun je komen door vanaf het kerkhof het officiële sentier rechtdoor te volgen tot je een beekje kruist. Over de beek ga je naar rechts en het kampterrein is op de eerste weide aan je rechterhand. Het was zelfs toegestaan een kampvuur te stoken. Vanaf de boerderij kun je dit terreintje ook bereiken door op de kruising bij de boerderij, waar je zo-even al was, nu in westelijke richting rechtdoor te gaan een veldweg op. Je loopt dan min of meer rechtuit naar je kampterrein toe. Met een goede stafkaart in de hand is dit alles geen enkel probleem.

– Kamp bij het dorpje Langlire –

Dag 2: Van Langlire naar Hierlot (23 km)

Je start de tweede dag van je voettocht met een kort traject door het bos. Al snel kom je in het dal van het beekje Bihain uit, dat je oversteekt over de stenen brug van Bièvre. Het sentier is hier tijdelijk even geasfalteerd, maar spoedig sla je linksaf een onverharde veldweg in. Rechts zie je in de verte het dorpje Ottré liggen. Je komt uit op een asfaltweggetje, waar je naar links gaat. Na zo’n 300 meter ga je alweer naar rechts een bospad op. Na wat bochten in het pad – links ligt het dorpje Bihain – kom je opnieuw uit op een asfaltweggetje, waar je rechtsaf gaat. Het asfaltleed is weer snel geleden, want na korte tijd ga je naar links alweer een onverhard pad op. Na ruim een kilometer kom je dan terecht in de bebouwde kom van het dorpje Hébronval. Hier kun je desgewenst foerageren en een horecastop houden. Het dorp beschikt ook nog over een aardig kerkje.
Na Hébronval komt het sentier uit op een T-splitsing, waar je linksaf slaat. Je volgt het pad, dat na enige tijd weer onverhard wordt. Dan volgt een aardige klim door een bos. Je laat het bos al snel weer achter je. Het pad wordt weer verhard en tussen weiden door wandelend kom je uit in het dorpje Verleumont, waar verder niets te beleven valt. Dat geldt trouwens niet voor het parcours van het Sentier de la Lienne ná Verleumont. Dat wordt per strekkende meter steeds fraaier en meer geaccidenteerd.
Na de bebouwde kom doorgewandeld te zijn, sla je naar links toe een prachtige veldweg in, die later in een bospad overgaat. Je loopt aanvankelijk hoog boven in een beekdal. Later daal je af het prachtige valleitje in en steek je de beek over. Deze plek heet Ravin les Geules, terecht, want het is voor het eerst tijdens deze tocht dat de hoogtelijnen op de kaart dicht op elkaar staan !
Aan de overzijde van de beek gaat het naar rechts toe weer omhoog. Later daal je weer iets. Uit de beekjes die nabij deze plek bijeen komen ontstaat de Lienne. Je bent hier dus eigenlijk bij de ‘bron’ van het riviertje dat zijn naam geeft aan ons sentier.
Na enige tijd kom je weer in open weidelandschap terecht en sla je over een veldweg linksaf. Het mooie sentier gaat nu afwisselend en langzaam stijgend door weide en bos en komt na enige flinke bochten uit op een doorgaande asfalt autoweg (Les Longs Sarts), waar je rechtsaf gaat. Reeds na 300 meter verlaat je het asfalt weer en volg je naar links toe opnieuw een veldweg. Het verre uitzicht op het glooiende landschap mag er zijn.

– Het sentier bij Les Longs Sarts –

Al snel kom je opnieuw uit in een fraai bebost beekvalleitje. Je steekt de beek Coyé over en wandelt verder door het bos. Vrij plotseling gaat het sentier nu vrij steil naar beneden, de vallei van de beek Groumont in. Beneden aangekomen wandel je eenvoudig steeds maar rechtdoor naar het nu nabije dorp Lierneux. Onderweg passeer je nog een skilift (!), waarvan ook in het groene seizoen gebruik wordt gemaakt door mensen met snowboarden op wieltjes.
In het aardige plaatsje Lierneux vind je niet alleen de Sint-Andreaskerk met een merkwaardige, uivormige torenspits, maar ook gelegenheid voor bevoorrading en voor een wel zeer welkome horecastop.

Als je in Lierneux bent gearriveerd heb je vandaag al zo’n 18 kilometer gelopen. Wil je het officiële sentier tot in Hierlot blijven volgen dan moet je nog eens 22 kilometer verderop … in feite één dagmars. Het volledige Sentier de la Lienne zou je dan zes dagen kosten (vier hele en twee halve dagen). Aangezien het officiële pad na Lierneux een grote lus maakt over Arbrefontaine, ver weg van de Lienne, kun je er ook voor kiezen over een eigen verkorte route in de buurt van de Lienne naar Hierlot te gaan. Een prettiger afstand van 5 kilometer.
Als je voor deze verkorte variant kiest volg je vanuit Lierneux aanvankelijk nog even het officiële sentier, dat midden in de bebouwde kom naar rechts gaat en al snel weer onverhard wordt. Na enige bochten steek je een autoweg over en volg je verder een klein paadje langs de Lienne. Dit pad mondt uit in het gehucht Moulin Pacquay, alwaar je tegen een op een heuvel gelegen ‘belvédère’ aanloopt. Desgewenst loop je even naar boven om van het uitzicht op Lierneux en de vallei van de Lienne te genieten.

Vanaf hier volg je een eigen route naar Hierlot. Daarvoor ga je vóór de belvédère naar links richting het gehucht Point du jour. Aldaar aangekomen – na twee 90-graden-bochten – ga je naar rechts toe het weidegebied in. Al snel wordt je pad weer onverhard en je steekt de Lienne over bij Moulin d’Odrimont in een aantrekkelijk weids landschap. Het pad komt uiteindelijk op een geasfalteerde autoweg uit die je volgt richting het dorpje Odrimont. Als je de nacht wilt doorbrengen op een officiële camping mét horeca ben je hier aan het juiste adres. Anders wandel je nog een klein stukje over een asfaltweggetje naar het gehucht La Chapelle – met Lourdesgrot – en vervolgens naar Hierlot. Hier in de buurt zal het niet moeilijk zijn een aardig kampterreintje bij een boer te vinden (zie bijvoorbeeld dag 1 Trois Ponts – Hierlot). In Hierlot ben je weer terug op het officiële Sentier de la Lienne en volg je verder de hierboven beschreven route (dagen 2 tot en met 4).

– – –

(copyright: JWE van de Poel)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *